reiden. Al deze elementen zullen in het toekomstige Europese structuurbeleid aanwezig moeten zijn. Het zou echter verkeerd zijn, wanneer wij de ver betering van de structuur alleen een zaak van de overheid zouden achten. De overheid kan slechts een helpende hand bieden door het scheppen van faciliteiten. Het eigenlijke aanpassingsproces moet van de ondernemers zelf uitgaan, die daarbij door hun organisaties begeleid en door de adviseurs van het landbouwbedrijfsleven ondersteund moe ten worden. Hier ligt ook voor de banken een taak. Het moment waarop het voor de boer actueel wordt zijn bedrijf te beëindigen, dan wel dit te vergroten, doet zich voor wanneer het arbeids inkomen dat buiten de landbouw behaald kan wor den, plus de rente-opbrengsten van het door ver koop van het bedrijf verkregen vermogen plus de beëindigingsrente groter wordt dan het op het be drijf behaalde arbeids- en rente-inkomen plus de waardering voor het zelfstandig ondernemer zijn. De bank kan van deze vijf factoren slechts twee mede beïnvloeden. Deze zijn het rente-inkomen van het door verkoop van het bedrijf verkregen vermogen via haar beleggingsadviezen en het ar beids- en rente-inkomen op het landbouwbedrijf. Deze laatste factor is in het geheel ook de spil waarom alles draait. Het behoort tot onze primaire taak door het financieren van verantwoorde inves teringen het arbeids- en rente-inkomen op de be staande bedrijven zo hoog mogelijk te laten zijn. Dat moet voorop blijven staan! Indien echter de mogelijkheden ontbreken dit inkomen ook in vergelijking met de niet-landbouw op peil te houden, of indien de boer dit om andere redenen wenst, is bedrijfsbeëindiging een uitweg. Vaak komt het voor dat hier een sterk emotio neel verzet tegen bestaat, hetgeen weliswaar be grijpelijk, doch verkeerd is. Als bank zouden wij op dit punt ook wat kunnen doen door een zakelijke voorlichting. In verband met onze doel stelling en taak ten opzichte van het wel en wee van de landbouw. Zeker tegenover hen die een bedrijf willen beginnen, zullen wij als banken een positieve doch kritische houding moeten aan nemen, opdat voorkomen wordt dat er bedrijven worden gestart, waarvan wij van tevoren weten, dat zij halverwege de bedrijfsvoering, toch beëin digd zullen moeten worden. Immers voorkomen is beter dan genezen. Met een visie op lange termijn en een constructieve instelling ten opzichte van het actuele gebeuren, zullen wij in staat zijn onze taak als financier van de landbouw te blijven vervullen. UITBREIDING VAN HET ASSORTIMENT AAN NIKKELEN MUNTEN Naast het nikkelen dubbeltje en kwartje is Nederland sinds kort ook een nikkelen gulden rijk geworden. De sterke stijging van de zilverprijs, welke zich in de achter ons liggende jaren heeft voorgedaan, heeft in 1966 geleid tot de indiening van een wetsontwerp, gericht op de introductie van nikkelen guldens. Door de sterke stijging van de grondstofkosten kwam de intensieke waarde steeds dichter bij de waarde als betaalmiddel en over schreed deze tenslotte. In de loop van de maand augustus werden de aanmaakkosten zelfs op on geveer 1,30 geschat. Bij de nieuwe nikkelen gulden ligt dit heel wat gunstiger. De aanmaakkosten van deze munt be dragen ongeveer 12 cent, waarvan aan materiaal kosten ongeveer 5 cent. De nieuwe gulden, waar mee wij verder door het leven zullen moeten gaan, mag dan een geringere metaalwaarde hebben, de afmetingen blijven gelijk aan zijn edele voorganger, terwijl het gewicht slechts een halve gram minder is. De nieuwe behoefte aan guldens, de omloop bedraagt thans circa 180 miljoen, zal geleidelijk worden aangevuld door nikkelen exemplaren. In de toekomst zal de nikkelen muntenfamilie verder worden uitgebreid met een nikkelen rijks daalder. Het aantal zilveren rijksdaalders in omloop is echter veel minder groot, te weten circa 46 mil joen stuks. De uitbreiding van behoefte aan deze munteenheid kan worden verzorgd door muntbil jetten van 2,50, terwijl de biljetten van 5, reeds een aanzienlijke aanvulling aan de behoefte aan klein geld betekenen. 474

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 12