van het kantoor van notaris Jhr. W. E. Bosch van Oud-Amelisweerd aan de Voorstraat tegenover de Wijde Begijnestraat te Utrecht (thans afgebroken en plaats gemaakt voor een benzinestation). De Centrale Bank groeide en betrok, inplaats van één kamer, een klein deel van het pand Voor straat, hoek Boothstraat (thans is hierin een handel in elektrische apparaten gevestigd). Van 1912 tot 1924 had de Centrale Bank het volledig eigen gebouw in het zeer oude pand Drift 13 (thans drukkerij Libertas). In 1924 werd verhuisd naar de Kromme Nieuwe Gracht 29. Aankoop van belendende (ook histo rische) panden en het verbouwen daarvan verhin derde niet dat de bank ,,uit de jas groeide" en dat het nodig werd zélf te bouwen aan de St. Jacobs- straat, waar dit proces zich al spoedig herhaalde (wanneer zal de ,,jas" groot genoeg blijken te zijn?) Zonder u, lezer, te willen vermoeien met talloze namen, getallen, mutaties en wat dies meer zij, lijkt het toch wel interessant de namen van de leden van Raad van Toezicht, Bestuur en naaste mede werkers „van het eerste uur" te releveren. Hier komen ze: RAAD VAN TOEZICHT Jhr. G. J. Dommer van Poldersveldt Mr. Alph. v. Rijckevorsel Jhr. E. F. F. H. v. Aefferden A. J. van Benthem J. L. Pauwen Mr. W. S. J. v. Waterschoot v. d. Gracht S. M. van Wijck Mr. M. J. C. M. Kolkman Ubbergen Boxel Roermond Wognum Pannerden Amsterdam Renkum 's-Gravenhage 24/6 24/6 24/6 1898-1907 1898-1899 1898-1901 1899-1903 1898-1907 1899-1902 1899-1903 1899-1901 BESTUUR Mr. W. H. E. van der Borch Jhr. W. E. Bosch van Oud-Amelisweerd Jos Hendrickx Mr. W. J. M. Westerwoudt Mr. W. J. Snouck Hurgronje President Lid tot 1907. Lid Voorzitter Erevoorzitter Later lid R.v.T. Swalmen Amsterdam 's-Gravenhage 12/6 1898-1903 Erelid tot 1908 1898-1905 1905-1915 1915-1935 12/6 1898-1907 1907-1908 1898-1904 1898-1901 24/6 1899-1904 Mede tengevolge van het nauwkeurig en ge wetensvol beheer van de geringe middelen der be ginjaren (en de volgende jaren daarbij niet te ver geten) groeide de Centrale Bank tot haar huidige omvang en niemand weet nog wanneer deze groei zal eindigen. Hoe enkele aanvullingen en wijzigingen in deze colleges tijdens het eerste verslagjaar tot stand kwamen, is schrijver nog niet geheel duidelijk ge worden. In het verslag over 1898-1899 lezen wij dat het uitlenen van geld aan de aangesloten banken steeds geschiedde op promessen en wel voor het eerst op 18 april 1899. ,,/n het geheel is door ons f 26.800,uitgeleend." De Amsterdamsche Bank disconteerde de pro messen tot een bedrag van 13.500,en gaf daar- 457

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 51