de voorgestelde wet op de vennootschaps belasting Al zeer lang vanaf 1960 namelijk ligt bij de Tweede Kamer een wetsontwerp tot herziening van de vennootschapsbelasting. Dit wetsontwerp is niets anders dan een voorstel van de regering. Onlangs heeft de regering enige wijzigingen in dit voorstel aangebracht en dit heeft in de pers danig de aandacht getrokken. De Tweede Kamer is nog niet tot de bespreking van dit voorstel ge komen. De Tweede Kamer kan in dit voorstel nog vele wijzigingen aanbrengen, ja zelfs het voorstel verwerpen. Het voorstel kan pas wet worden als de Tweede Kamer het in al of niet gewijzigde vorm heeft aangenomen na de bespreking ervan in een openbare zitting. Waarom dan al die publiciteit rond een nog niet eens in de Tweede Kamer besproken voorstel van de regering en waarom duurt het zo lang voordat de Tweede Kamer aan de bespreking ervan begint? INGRIJPEND VOORSTEL Velen vinden een nieuwe wet op de vennoot schapsbelasting noodzakelijk. Doet de regering nu een voorstel, dan is daardoor bekend, wat de rege ring aanvaardbaar en wenselijk vindt. Dat geeft natuurlijk aanleiding tot reacties, vooral als voor bepaalde groepen grote belangen op het spel staan. Zo daalden onmiddellijk de koersen van de aan delen van de levensverzekeringsmaatschappijen omdat het voorstel van de regering is om hun tot dusverre belastingvrij gevormde egalisatiereserve alsnog aan belastingheffing te onderwerpen. Dat beïnvloedt natuurlijk sterk de winsten. Ook voor de coöperaties, waaronder kredietcoöperaties, zijn ingrijpende voorstellen gedaan. Daarover hierna meer. De behandeling laat zo lang op zich wachten, onder meer omdat de belastingwetgeving een zeer moeilijke materie is. Daarbij spelen de politieke inzichten een grote rol. Moeten b.v. vennootschap pen, waaronder voor deze wet de coöperaties wor den gerekend, nu wel of niet zwaar worden belast? Sinds 1960 is men nog al eens van regering, poli tiek telkens anders georiënteerd, gewisseld. Ook de gevolgen voor de rijksbegroting zijn zeer be langrijk. Belastingen zijn immers een van de groot ste inkomstenbronnen van de Staat. Verder moet de harmonisatie in de EEG in het oog worden gehouden. Zo zijn er nog meer aspecten. De des kundigen zullen nog heel veel moeten studeren om alle punten van het regeringsvoorstel te door gronden, om eventueel de regering van repliek te kunnen dienen. De regering stelt onder andere voor uitzonderin gen voor bepaalde groepen weg te nemen of te wijzigen. Dit vloeit min of meer voort uit de hier boven vermelde algemene gezichtspunten. Enkele punten willen wij behandelen. DE BANKEN, ONJUISTE GEDACHTE Tegenwoordig geldt, dat de algemene spaar banken geen vennootschapsbelastingen behoeven te betalen, omdat zij een sociaal doel dienen, namelijk het bevorderen van sparen door kleine spaarders en door personeel van ondernemingen. Maar, zegt de regering, tegenwoordig doen zij ook allerlei andere zaken: salarisrekeningen, effecten en assurantiebemiddeling, girale betalingen, per soonlijke leningen enz. Dan moeten zij over de winsten, welke zij met deze laatste, onechte spaar bankactiviteiten maken, belasting betalen. De kredietverenigingen, waaronder de raiffeisen- banken, behoeven nu slechts 20 van de winst als belasting te betalen. Deels hebben zij immers het karakter van spaarbanken, welke tot dusverre vrijstelling van belasting genieten, deels zijn het volgens de regering echter gewone banken, welke het volle pond, d.w.z. 45 moeten betalen. Van daar dat tot dusverre de middenweg van 20 is gekozen. Nu echter de algemene spaarbanken vol gens het plan van de regering over een gedeelte van de winst belasting moeten gaan betalen, is het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 38