Het gebrek aan werkgelegenheid doet zich voor
al voor in een aantal streken van de E.E.G. waar
ook de toestand van de landbouw het meest te
wensen overlaat. Daarom zal men een krachtig
structuurbeleid moeten gaan voeren, vooral gericht
op regionale industrialisatie, op het scheppen van
nieuwe arbeidsplaatsen waar de structurele achter
stand het grootst is.
VOEDSELHULP
Een versterkte afvloeiing is nodig om bedrijfs-
vergroting en structuurverbetering mogelijk te ma
ken. Toch lost dit het probleem van de overpro-
duktie nog niet op. Grotere bedrijven met een
betere structuur zullen eerder meer dan minder
produktie leveren. Weliswaar gaat dit gepaard met
verlaging van kosten, maar dit is dan ook allereerst
nodig om de grote investeringen rendabel te maken
en de algemene inkomensstijging bij te houden.
Wanneer men zich realiseert welk onvoorstelbaar
gebrek er in bepaalde gebieden van de wereld nog
is aan de eerste levensbehoeften dan denkt men
onwillekeurig aan het dienstbaar maken van onze
voedseloverschotten ter leniging van de voedsel-
nood elders. In wezen is er geen overschot, er ont
breekt veeleer een koopkrachtige vraag. Toch zijn
hier slechts beperkte mogelijkheden. Vaak heeft
men juist geen behoefte aan de produkten waarvan
wij overschotten hebben zoals vetten Boven
dien kan men ook elders, door betere landbouw
methoden, de produktie nog aanzienlijk opvoeren.
Zo is Pakistan waar voor enkele jaren nog een
schrijnend gebrek heerste thans zelfs voedsel-
exporteur geworden.
Men zal veeleer in het kader van wereldwijde
handelsovereenkomsten een omvangrijke voedsel
hulp moeten trachten in te bouwen. Men zal een
wereldvoedselpolitiek moeten ontwerpen.
Zover is het echter nog niet. Voorlopig zal de
Gemeenschap zal ook Nederland nog blijven
worstelen met het probleem van de steeds groei
ende financiële last van de te sterk uitbreidende
agrarische produktie. Het is te hopen dat de mi
nisters van de E.E.G. voor dit beangstigende pro
bleem oplossingen weten te vinden die ook de
boeren en tuinders kunnen bevredigen.
417