van een minder rendabele sector naar een meer
rendabele overgestapt, bijvoorbeeld van de groen
teteelt naar de sierteelt. Op zichzelf is een derge
lijke overgang begrijpelijk en in zijn algemeenheid
ook verstandig. Men moet echter bedenken, dat
elke verandering in de produktierichting of -wijze
alleen met succes uitgevoerd kan worden als men
over voldoende vakkennis aangaande de vernieu
wing beschikt, als de gebruikte produktiemiddelen
(bijvoorbeeld de kassen) ook voor de nieuwe teelt
geschikt zijn en als bij de verandering het finan
ciële evenwicht van de onderneming bewaard blijft.
Slechts indien aan deze voorwaarden is voldaan,
kan de aanvankelijke terugval van de resultaten,
die bij elke verandering de verbetering vooraf gaat,
worden opgevangen. Verandering is geen tover
middel maar kan alleen helpen wanneer aan de
hiervoor genoemde voorwaarden is voldaan.
KRITIEK
De noodzakelijke aanpassingen brengen inves
teringen met zich. Ook op die manier zijn wij
als banken bij de tuinbouw betrokken. Dat, in een
tijd dat het minder goed gaat in een bepaalde be
drijfstak spannigen ontstaan, is begrijpelijk. Ook is
het te begrijpen dat men een stuk van zijn verant
woordelijkheid op anderen wil schuiven of een zon
debok voor de moeilijkheden zoekt. Gelukkig,
slechts een klein gedeelte van de in tuinbouw-
kringen gehoorde kritiek richt zich op de banken.
Merkwaardig genoeg gaat deze kritiek in twee te
gengestelde richtingen, die soms zelfs in één adem
worden genoemd: ,,de banken hebben de tuinbouw
te gemakkelijk gefinancierd, waardoor de uitbrei
ding te snel is gegaan" en daar tegenover: ,,de
banken zijn niet soepel genoeg, waardoor tuinders
in extra moeilijkheden komen".
Het behoort tot onze taak als banken de onder
nemers een „passende" financiering te geven.
Nader uitgewerkt wil dat zeggen, dat de bank zich
een oordeel moet vormen omtrent de vakbekwaam
heid van de ondernemer, de rentabiliteit van het te
financieren bedrijf en de zekerheid die geboden
wordt. Daarbij wordt een oordeel gevormd aan de
hand van de situatie zoals deze zich op dat moment
voordoet, waarbij ook de gang van zaken in de
gehele bedrijfstak een rol speelt.
Wij hebben, uitgaande van deze principes, heel
wat tuindersbedrijven van de grond helpen komen,
die op dat moment ,,up to date" waren en de eer
ste jaren goed rendeerden. Natuurlijk zullen er ook
wel bij zijn geweest die beter niet begonnen had
den kunnen worden.
ANDERE MAATSTAVEN
Naarmate de tijden veranderden, moesten andere
maatstaven worden aangelegd. Bestaande bedrij
ven moesten zich aanpassen en konden voor de
daarvoor benodigde investeringen in de meeste
gevallen bij ons terecht. Mede daarvoor zijn onze
banken ook opgericht, namelijk om de middelen te
verwerven, waarmede land- en tuinbouwbedrijven
zich kunnen aanpassen aan de veranderde eisen
die een veranderde maatschappij stelt.
In de financiering van de aanpassing moeten wij
tot het uiterste gaan; er daarbij echter voor zor
gend dat de financiering passend blijft en dat deze
dus niet de molensteen wordt waardoor het bedrijf
verdrinkt.
Dit houdt in dat het kan voorkomen dat aanvra
gen moeten worden afgewezen van mensen die
eerder wel bij ons terecht konden, niet omdat onze
criteria veranderd zijn, maar omdat de externe
omstandigheden anders zijn geworden en gebleken
is dat de ondernemer niet tijdig op deze verande
ringen een antwoord heeft weten te vinden. Een
jaren achtereen met verlies produceren kan daar
een teken van zijn. Met het financieren van verlie
zen kunnen wij niet doorgaan.
Door een dergelijke handelwijze dachten wij de
betrokkenen gelukkig een klein aantal een
grotere dienst te bewijzen dan wanneer wij hen
door een verdere financiering nog verder in het
moeras laten stappen. Dit geldt voor diegenen die
reeds tuinder waren. Zij die in de nieuwe situatie
een bedrijf willen beginnen, worden ook beoor
deeld volgens de hier voorgenoemde criteria. Door
362