korte uitleg
COUPON- EN EFFECTIEF-RENDEMENT VAN
OBLIGATIES
Indien iemand over een vrij vermogen beschikt,
is het vanzelfsprekend, dat hij dat vermogen op de
één of andere wijze op een dusdanige wijze wil be
leggen, dat dit vermogen inkomsten of rente op
levert.
Gaat hij met zijn bezit naar een spaarbank, dan
kan hij aldaar een spaarrekening openen, waarbij
hem een bepaalde jaarlijkse rente in het vooruit
zicht wordt gesteld. Stel, dat die rente 4% be
draagt, dan weet hij, dat elke 1.000,aan inlage
jaarlijks 45,aan rente zal opleveren.
Een andere wijze van beleggen is de aankoop
van obligaties. Veronderstel, hij koopt een obli
gatie van nominaal 1000,3% Nederland.
Hij weet dan, dat hij jaarlijks van deze obligatie
35,aan couponrente zal incasseren. Men zou
dan kunnen redeneren, dat de couponrente 3%
bedraagt. Deze gedachtengang is echter niet ge
heel juist. Immers, de aankoop van een 31/2 %-
obligatie Nederland komt momenteel neer op een
aankoopkoers van 80 zodat voor een derge
lijke obligatie slechts f 800,behoeft te worden
betaald en toch een rente van 31/2 over 1000,
derhalve 35,wordt ontvangen. Voor de be
legde 800,kapitaal ontvangt men dus 35,
rente per jaar, wat neerkomt op 43/8 Dit laatste
rente-percentage noemt men de couponrente van
het stuk.
Deze couponrente is evenwel niet in overeen
stemming met het rentepercentage van momenteel
nieuw uit te geven obligaties, welk rentepercentage
circa 6bedraagt.
Genoemde couponrente is dan ook niet de eigen
lijke opbrengst van de obligatie. Bij bovenstaande
uiteenzetting is buiten beschouwing gelaten, dat
de obligatie weliswaar voor 800,is gekocht,
doch dat men bij uitloting 100% of 1000,voor
het stuk terug ontvangt; dus een koerswinst van
200,maakt. Het is uitermate belangrijk te
weten wanneer het gekochte stuk aflosbaar zal wor
den gesteld. Meestal vinden jaarlijks uitlotingen
plaats, zodat men nimmer met zekerheid de juiste
datum ervan kan bepalen. Men dient in dit geval
te gaan werken met gemiddelden. Stel, de obliga
tie heeft nog een looptijd van 20 jaren, dan kan
men zeggen, dat zij gemiddeld nog 10 jaar zal uit
staan. (Bij het bezit van één enkele obligatie heeft
dat bepalen van het gemiddelde weinig zin. Het is
uitsluitend een kwestie van geluk als men spoedig
uitloot. Doch hoe meer stukken men van dezelfde
soort obligaties bezit, des te meer gaat de wet van
het gemiddelde spreken).
In het gestelde geval heeft men van de gekochte
obligatie dan in 10 jaar boven de rente van 4%
ook nog een voordeel van 200,of 20,per
jaar. Telt men dit voordeel van 20,bij de rente
welke men reeds ontvangt, dan komt men tot een
percentage van 6% dus ongeveer in overeen
stemming met het huidige rentepercentage voor
obligatieleningen. Dit laatste percentage noemt
men het effectief-rendement.
Zo kunnen deze rendementen ook anders liggen.
Koopt men b.v. een 7 %-obligatie Nederland voor
102% dan betaalt men 1025,doch ontvangt
aan rente 7 van f 1000,—, dus 70,— per jaar
op een kapitaal van 1025,De couponrente laat
zich dan berekenen op 6,83 Houdt men dan ver
der rekening met het feit, dat het stuk t.z.t. met
100% zal uitloten, terwijl men er toch 102%%
voor heeft betaald, dan laat het effectief-rendement
zich berekenen op nog minder, nl. 6%
Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat het heel
belangrijk is van een bepaalde obligatie te weten
hoe groot het coupon- en het effectief-rendement
is, hoewel we er nogmaals op willen wijzen, dat bij
het bezit van een enkele obligatie het effectief
rendement nimmer een juiste indicatie kan geven
387