Het is dus wel duidelijk dat er nog wel iets meer
belangrijk is bij de zebu dan zijn mest alleen. In de
Indiase samenleving is het dier vooralsnog onver
vangbaar. Als men landbouwmechanisatie wat
grote investeringen vraagt zou willen door
voeren, dan komt daarbij niet alleen trekkerbrand
stof, maar ook nog huisbrandstof, als jaarlijks
terugkerende kosten. Mijns inziens is het vee
probleem van India dan ook in de eerste plaats
een zeer complex economisch probleem. En dat
economische probleem wordt verergerd door een
in sommige deelstaten geldend slachtverbod. In
deze staten is het niet mogelijk oude en andere
ongewenste dieren snel en efficiënt op te ruimen.
Dit officiële slachtverbod werd afgedwongen, naar
men mij vertelde, door slechts ongeveer 6 van
de bevolking. Deze groep sticht ook tehuizen voor
bejaarde runderen, vergelijkbaar met die voor
paarden in Engeland.
AL 1000 JAAR LANG
Voor zover is na te gaan, ontstond de heiligheid
van de zebu omstreeks 900 n. Chr. Vóór die tijd
vereerde men het dier wel, maar er werd, zij het
niet door iedereen, wel rundvlees gegeten. Het
verbod voor Hindu's om zebu's te doden, ontstond
vermoedelijk mede onder invloed van de invasie
van Mohammedanen, die voornamelijk rundvlees
eten, en in die periode grote delen van het land
veroverden. Ook de in die tijd vallende „come
back" van het Brahmaanse Hinduïsme, na een
periode van Buddhisme, speelt een rol. Hoe het
ook zij, het verbod om witte runderen te doden,
schijnt deel uit te maken van een groep maat
regelen bedoeld om het Hinduïsme duidelijk af te
grenzen tegen de politieke en religieuze invloeden
van Mohammedaanse invallers en ook tegen het
domineren van een liberaal Buddhisme.
Zeker 30 van de Indiase bevolking (Moslims,
Sikhs, Christenen en kastelozen) is in het geheel
niet geïnteresseerd in een slachtverbod. Boven
dien bestaat er in brede lagen van de wel tot kas
ten behorende Hindubevolking weinig bezwaar
tegen het slachten van koeien, al zal men zelf geen
rundvlees eten. Dit zou men kunnen vergelijken
met de situatie in Nederland, waar paardevlees be
paald (nog) niet een algemeen geliefde vleessoort
is, wat beslist niet komt door de kwaliteit!
Straatbeeld in een klein stadje. Ossekarren hebben
grote wielen omdat dit minder last oplevert op
slechte wegen.
MINDER HEILIG DAN MEN DENKT
Van de heiligheid van de zebu blijft dan ook niet
veel meer over dan dat de dieren, na een leven
van hard werken op een minimum aan voedsel,
geen snelle dood onder een slagersmes mogen
ondergaan. En dat geldt dan nog niet eens voor
alle Indiase deelstaten; de demonstraties vóór een
slachtverbod geven aan dat er in bepaalde deel
staten nog steeds „heilige" runderen worden ge
slacht.
Het komt er dus op neer, dat het veeprobleem
van India een religieuze staart heeft. En door al
het gepraat over deze heilige staart verliest men
het werkelijke probleem uit het oog. In wezen
wordt deze heilige staart een monument voor on
kunde en onbegrip voor de werkelijke problemen
waarvoor een land als India is gesteld.
386