reiken. De cijfers van de betalingsbalans over het eerste halfjaar zijn nog niet bekend, maar gezien de ontwikkeling van de handelsbalans is een kleine verbetering niet onmogelijk, hoewel andere fac toren zoals het dienstenverkeer, nog niet te be oordelen zijn. ZILVERGELD De Nederlandsche Bank ging er medio juli toe over om de uitvoer van guldens en rijksdaalders te beperken tot maximaal 25 per persoon. De achtergrond van deze maatregel was een sterke stijging van de uitvoer van zilvergeld als ge volg van de stijging van de zilverprijs. Daar het smelten van munten in het binnenland verboden is, werden omvangrijke bedragen aan zilveren munten naar het buitenland gevoerd, waar het na smelting verkregen zilver meer opbracht dan de geldswaarde van de munten. In de goudvoorraad van de Nederlandsche Bank kwam in juli geen verandering. De goudreserve bleef onveranderd f 6.112 miljoen. De deviezen voorraad steeg met 55 miljoen tot 890 miljoen. De circulatie van bankpapier, welke bij het begin van de maand het recordniveau van 9 miljard gul den bereikte, daalde in de loop van juli wel enigs zins, maar het peil bleef toch betrekkelijk hoog. Tegen het einde van de maand bedroeg de uitzet ting van bankpapier bijna 8,7 miljard gulden en het zag ernaar uit dat dit bedrag de laatste dagen van de maand nog wel zou stijgen. De vakanties hebben ertoe bijgedragen de geldomloop hoog te houden. Het Rijk maakte gebruik van de mogelijkheid om schatkistpromessen bij de Nederlandsche Bank te plaatsen. De overeenkomst daartoe loopt van 25 juni tot 1 oktober en maakt de plaatsing mogelijk tot een bedrag van maximaal 400 miljoen. De overeenkomst heeft ten doel het Rijk gedu rende de zomermaanden door de seizoenmatige krapte op de geldmarkt, welke het gevolg is van de grote uitzetting van bankpapier in de vakantieperio de enerzijds en van de in die maanden optredende grotere tekorten op de betalingsbalans, heen te helpen. Het Rijk plaatste 250 miljoen schatkistpapier bij de bank en dat dit niet overbodig was, blijkt wel uit het verloop van het tegoed van de schatkist. Niettegenstaande de storting begin juli op de in juni uitgegeven staatslening groot 250 miljoen, welke de toen bijna lege schatkist weer even vulde, was er tegen het eind van de maand toch niet meer dan 170 miljoen beschikbaar. De geldmarkt was onder deze omstandigheden niet ruim en de daggeldrente was gemiddeld aan de hoge kant. De banken hadden het dan ook moeilijk en moesten grote voorschotten bij de Nederlandsche Bank opnemen om in de geldbehoefte te voorzien. In de eerste week van juli steeg het bedrag aan voorschotten tot 493 miljoen. Daarna trad er enige verlichting in en konden de opgenomen gel den grotendeels worden afgelost. In de laatste week begonnen de banken echter weer gelden bij de centrale bank op te nemen om over de nodige middelen te kunnen beschikken bij het naderen van de ultimo. Het tarief voor daggeld was eind juli 41/2 procent. APELDOORN 100 MILJOEN De bij onze organisatie aangesloten bank te Apeldoorn bereikte eind mei een spaartegoed van 100 miljoen. In verband hiermede werd tijdens een bijeen komst in de „Keizerskroon" een dotatie overhan digd aan de dames van het Actiecomité voor de bouw van het zwembad Groot-Schuylenburg. 382

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 28