spaarresultaten bij de verschillende spaarinstellingen Bedragen x f 1 miljoen juni Spaarverschil Spaartegoed 30 juni Inlagen Terug betalingen juni juli jan. t/m juni bedrag 1968 Raiffeisenbanken Utrecht Boerenleenbanken Eindhoven Rijkspostspaarbank Algemene spaarbanken Handelsbanken en overige 242,9 191,0 188.2 157,6 138.3 117,0 470,5 413,1 51,9 99,4 187,1 30,6 65,0 171,6 21,3 38,8 159,6 57,4 40,3 278,0 88,6 523,8 6.265,7 23,6 4.136.6 15,6 4.999,5 18,9 6.679,3 25,2 4.441.7 16,7 Totaal 249,8 +1.320,1 26.522,8 100,0 1967 Raiffeisenbanken Utrecht Boerenleenbanken Eindhoven Rijkspostspaarbank Algemene spaarbanken Handelsbanken en overige 261.4 204,9 208,0 173,3 144.5 122,0 427.6 371,5 56,5 81,2 179,3 34,7 52,0 144,8 22,5 30,7 83,7 56,1 60,1 275,8 111,3 83,3 538,7 5.539,8 23,8 3.606,7 15,5 4.575,0 19,6 5.973,3 25,6 3.620,5 15,5 Totaal 281,1 +307,3 +1.222,3 23.315,3 100,0 kanttekeningen bij de cijfers Juni-overzicht In juni namen de toevertrouwde middelen met het voor deze maand bijzonder hoge bedrag van f 104,1 miljoen toe. Het was voor het eerst dat in juni de groei van de creditsaldi in rekening-courant ad f 52,2 miljoen die van de spaargelden overtrof. Het spaaroverschot, dat f 51,9 miljoen bedroeg, was weliswaar f 4,6 miljoen lager dan vorig jaar, maar lag 48 boven het gemiddelde juni-overschot uit de jaren 1964 t/m 1967. Voor de stedelijke banken was dit percentage 61, voor de semi-stedelijke 42 en voor de plattelandsbanken 43. Van de groei van de girale saldi had f 17,7 miljoen be trekking op privérekeningen. De uitzettingen namen met f 27,4 miljoen toe, hetgeen voor juni een normaal beeld opleverde. Eerste halfjaar Gedurende de eerste helft van dit jaar stegen de toever trouwde middelen met rond f 375 miljoen. Dit bedrag was als volgt samengesteld; een spaaroverschot van f 187 miljoen; een toename van het uitstaande bedrag op privérekeningen van 89 miljoen en een groei van de overige girale saldi met f 99 miljoen. Het bedrag waarmee de uitzettingen de eerste helft van dit jaar toenamen lag met f 271,7 miljoen 25 boven het gemiddelde niveau uit de jaren 1964 t/m 1967. In de eerste 6 maanden van dit jaar werd een spaarresul- taat bereikt, dat 43 boven het gemiddelde uit de vooraf gaande vier jaar lag. Vooral bij de stedelijke- en semi-stede lijke banken werden hoge spaaroverschotten geboekt. In Friesland vielen de spaarresultaten nogal tegen. In Noord-Brabant, Zuid-Holland en Drenthe viel een belangrijke verbetering ten opzichte van het gemiddelde spaarresultaat uit de jaren 1964 t/m 1967 te constateren. Sinds januari nam het uitstaande bedrag op privérekeningen en overige lopende rekeningen tezamen met praktisch het zelfde bedrag toe als de spaargelden, namelijk f 187 miljoen. Eind juni waren meer dan 172.000 privérekeningen geopend, hetgeen een toename van 65 ten opzichte van ultimo december betekent. Wat de spaarresultaten in de eerste helft van dit jaar bij de verschillende spaarinstellingen betreft, moet opgemerkt worden, dat de vermelde bedragen niet geheel vergelijkbaar zijn wegens fusies en opneming van girale tegoeden in de spaarbank. 379

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 25