TABEL III
VERBRUIK PER HOOFD VAN DE BEVOLKING (kg)
N|and~ Be|gië dS- Italië EEG- Konink- „i^ken Staten 1965
lanrt rijk
Dierl. prod.
rund- en kalfsvlees
4 2 8,6 8,5 1,8 8,5 6,3 8.7 10,3
78 6,1 4,7 8,4 11,7 8,0 4,7 9,1
13,0 15,5 14,0 10,1 11,5 12,2 16,7 13,0
Akkerbouwprodukten
tarwe 68
aardappels 92
suiker 46,4
83 69 121 88
121 118 45 105
30,7 32,2 24,3 31,1
90 77 68 53
92 102 105 40
30.5 50,8 48,1 43
de meeste produkten. Het wekt in dit verband geen
verwondering dat Engeland voor Denemarken de
belangrijkste exportmarkt is.
De produktie en de consumptie zijn in de E.E.G.,
als geheel, en de Verenigde Staten, beter op elkaar
afgestemd. De E.E.G. had in 1965 voor enkele pro
dukten de graad van zelfvoorziening overschreden.
Dit betrof pluimveevlees, varkensvlees, zuivelpro-
dukten en (zachte) tarwe.
Een importbehoefte bestond in de E.E.G. voor
namelijk voor rundvlees en wat overigens niet
uit de tabellen blijkt aan voedergranen, met
name maïs. Deze situatie is sinds 1965, vooral voor
de overschotten, nog duidelijker geworden. De
prijsmaatregelen van de E.E.G. zijn er dan ook op
gericht geweest de produktie van rundvlees en
maïs ten koste van de andere produktierichtingen
te stimuleren. Binnen de E.E.G. is Nederland, met
uitzondering van de granen, relatief de grootste
exporteur met België en Frankrijk op de tweede
plaats.
Duitsland en in wat mindere mate Italië impor
teerden per hoofd van de bevolking veel landbouw-
produkten.
Aangezien exporten voor het tot stand komen
van de Europese vrije markt voor landbouwpro-
dukten, ook naar de tegenwoordige partnerlanden,
alleen plaats konden vinden door het geven van
exportsubsidies hetgeen nu binnen de E.E.G.
niet meer mag en hoeft kan gesteld worden, dat
wat dit betreft de Nederlandse landbouw met zijn
grote exportnoodzaak door de grotere markt, waar
het nu zonder de belemmeringen van tolmuren op
kan opereren, in een relatief sterkere positie is
komen te verkeren door de E.E.G.
TABEL IV
OVERPRODUKTIE OF TEKORT PER HOOFD VAN DE BEVOLKING (kg)
West-
Duits-
Frank-
rijk
Dierl. produkten
rund- en kalfsvlet
pluimveevlees
varkensvlees
kaas
—6,2
—0,2
—0,7
—0,6
—0,4
1,2
—5,8
—8,0
—2,6
14,2
13,6
112,9
22,6
14,9
5,7
Akkerbouwprod.
349