slechts met hun overschotten, maar voor alles ook met hun kennis en ervaringen hen helpen, die deze starthulp thans dringend nodig hebben. De grond gedachte van Raiffeisen, dat hulp altijd een middel en een weg tot eigen hulp moet zijn, wil zij op de lange duur vrucht dragen, is overal gebleken de juiste te zijn. Deze gedachte moet vooral de jongemensen geestdriftig maken en hun bereidheid geven al gaat het ook met offers gepaard aan zulk een taak mee te werken. Men heeft de oorzaak van de onrust en de ontevredenheid van een deel van de jeugd dikwijls daarin gezocht, dat ze in een wel vaartsstaat geen idealen en doeleinden meer vindt die het nastreven waard zijn. Raiffeisen heeft een weg gewezen, waarop men kan bereiken wat jonge mensen zoeken: de verbinding van een idealistisch streven met de helpende daad. Het is niet goed mogelijk alle toespraken die in het kader van de Wereld-Raiffeisendag gehouden zijn, in ons blad te bespreken. Er zijn veel rede voeringen gehouden, zoveel dat het sommigen mogelijk iets teveel zal zijn geweest. Naast dr. Lübke spraken nog twee Duitse bonds- ministers, nl. dr. Kai Uwe von Hassel, minister voor Ontwikkelingshulp, en dr. Franz Jozef Strausz, minister van Financiën. Deze laatste sprak over het thema: Raiffeisens werk heeft grote betekenis voor staat, economie en financiën. De wijze waar op hij dit deed was zo sprankelend, dat hij talloze malen door applaus werd onderbroken. Zeer interessant voor ons Nederlanders waren ook de inleidingen waarin een bepaald onderwerp diepgaand werd behandeld. Zo sprak dr. Klusak van het Duitse Raiffeisenverband, over de ontwik keling van de coöperatieve gedachte van Raif- Uitreiking van de gouden Raiffeisenspeld aan vertegenoordigers uit Ceylon, Ghana, Japan en Turkije 343

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 29