ervaringen
In een terugblik over twaalf jaar kredietverlening
constateert de heer Post, directeur van het A.W.M.
dat de pessimisten ongelijk hebben gehad. Er zijn
in genoemde periode ruim 2.600 inrichtingskredie
ten verschaft voor een totaal bedrag van ca. 84
miljoen. Daarnaast werden bijna 1.200 hypothecaire
kredieten verleend voor een totaal bedrag van ruim
78 miljoen.
De bedragen aan inrichtingskrediet verstrekt,
liepen op van gemiddeld 19.300,in 1955 tot
f 74.430,in 1966. Het gemiddeld bedrag aan
hypothecair krediet steeq van 31.780,tot
110.380,—.
Uit deze groei blijkt duidelijk de schaalvergroting
die zich in het midden- en kleinbedrijf voordoet en
die de kapitaalbehoefte per bedrijf sterk doet toe
nemen. Aan deze vraag kon tegemoetgekomen
worden door een geleidelijke verruiming van de
maxima.
Het feit, dat deze vormen van kredietverlening
in sterke mate steunen op de bekwaamheid van
de ondernemer en de toekomstige uitkomsten van
diens bedrijf maakt dat een zeer deskundig appa
raat nodig is voor de selectie van de kredietaan
vragen. Twaalf jaar ervaring laat zien, dat van het
aantal definitieve kredietaanvragen gemiddeld 36%
werd afgewezen.
Naast selectie van kredietaanvragen is nodig
een goed kredietbeheer. De ervaring heeft geleerd,
aldus de heer Post, dat in heel veel gevallen, zeker
gedurende de eerste twee drie doorgaans moei
lijke jaren, een attente bedrijfsobservatie en een
deskundige bedrijfsbegeleiding noodzakelijk zijn
om de nieuwe vestiging te doen slagen en dus de
kredietverlening aan haar doel te doen beantwoor
den. Het praktische effect van dit actief krediet-
beheer is moeilijk te meten en nog moeilijker te
bewijzen aldus schrijver. Iets van de resultaten is
terug te vinden in het verslag dat laat zien dat de
verliezen op inrichtingskredieten per 31 december
1966 slechts 1,12% van de per 31 december 1965
verstrekte totale kredietbedragen beliepen, terwijl
dit percentage voor het hypothecaire krediet 0,02
bedroeg.
311