zal voor het bereiken van een bevredigend over schot op de betalingsbalans een dekkingspercen tage van 91 nodig zijn. De handelsbalans pleegt in het begin van het jaar een groter tekort op te leveren dan later in het jaar, als gevolg van seizoenfactoren. Zo blijken de dekkingspercentages over de maanden januari t/m april de laatste vier jaar steeds lager te liggen dan het gemiddelde over het gehele jaar. De dekkingspercentages waren voor de eerste vier maanden als volgt (tussen haakjes de percentages voor het gehele jaar): 1964 - 78 (82), 1965 - 85 (86), 1966 - 78 (84) en 1967 - 85 (87). Als deze tendens zich voortzet, zou 1968 een hoger dekkingspercentage moeten opleveren dan dat van 88 voor de eerste vier maanden. geldmarkt Het verloop van de geldmarkt werd in mei in vrij sterke mate bepaald door de uitgaven en ontvang sten van het Rijk. In de eerste helft van de maand namen de middelen van het Rijk uit hoofde van belastingontvangsten belangrijk toe. De inkomsten overtroffen de uitgaven tot kort voor de medio met bijna 400 miljoen, waardoor er omstreeks 800 miljoen in de schatkist zat. Daarna veranderde de situatie echter ingrijpend. De normale maandelijkse betalingen aan de ge meenten, woningbouwvoorschotten en de uitkering van het vakantiegeld aan de ambtenaren pompten de schatkist bijna leeg, zodat er enkele dagen voor Pinksteren niet veel meer dan 100 miljoen aan wezig was. Met nog verschillende uitgaven in het vooruitzicht nam het Rijk maar vast wat kasgeld leningen op. De toestand van de banken gaf een ongeveer omgekeerd beeld te zien. De banken stonden aan het begin van de maand al in het krijt bij de cen trale bank voor circa een kwart miljoen gulden. De rekening-courantschuld liep daarna nog op tot bijna 370 miljoen, maar vervolgens konden de banken, voornamelijk dank zij de betalingen van het Rijk, hun saldo terugbrengen tot ongeveer 40 miljoen. De maand eindigde niettemin, mede onder in vloed van de Pinksterdagen met een krappe geld markt en een stijging van de daggeldrente. circulatie De bankbiljettencirculatie gaf tot omstreeks de helft van de maand de gebruikelijke daling te zien, maar kwam toch niet beneden de acht miljard. De uitzetting van bankpapier nam vervolgens weer krachtig toe tot boven de f 8,4 miljard. In de goudvoorraad kwam niet veel verandering meer na de daling in de vorige maanden wegens de verplichtingen tot levering van goud aan de in middels buiten werking gestelde goudpool. De officiële deviezenreserves daalden per saldo met ruim 100 miljoen. De fluctuaties waren niet bijzonder groot meer, nadat de druk waaraan de dollar bloot had gestaan was afgenomen. Wissenkerke - nieuw bijkantoor Op 7 mei jl. opende de Raiffeisenbank Wissen kerke" een bijkantoor. 288

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 26