met 1/3 of 121/2 miljard kilogram toegenomen. De stijging vond in de verschillende landen niet in ge lijke mate plaats. Frankrijk had een uitbreiding van 46%, West-Duitsland van 19%, België van 18%, Italië van 11 en Luxemburg en Nederland van 9 De vergroting van de aan de fabrieken ge leverde melkplas komt dus voor 80 voor reke ning van Frankrijk en Duitsland. De verhoging wordt niet in de eerste plaats veroorzaakt door een uitbreiding van het aantal koeien binnen de E.E.G., maar door een stijging van de melkgift per koe en het verminderen van het achterhouden van melk op de boerderij. De toename van de hoeveelheid aan de markt ge brachte melk is boven de toeneming van de vraag uitgegaan. Het gevolg hiervan was, dat ten koste van grote financiële offers de overschotten buiten de E.E.G. moesten worden afgezet. Dit heeft de ministers van Financiën van de E.E.G.-landen doen schrikken; een schrik welke nog weer werd ver sterkt toen hen duidelijk werd dat de melkgift per koe in de andere E.E.G.-landen gemiddeld nog ver achter ligt bij die in Nederland, zodat aan de pro- duktie-uitbreiding voorlopig geen einde zal komen. Dit jaar reeds is van de totale E.E.G.-E.G.K.S - en Euratombegroting a 7,7 miljard een bedrag van 7,2 miljard nodig voor de financiering van het landbouwbeleid, waarvan de zuivel een integrerend deel voor zich opeist. Als de produktie-uitbreiding zal doorgaan, zal dit bedrag nog zeer sterk toe nemen. komende situatie Per 1 april jl. had de Europese vrije markt voor rundvlees en zuivelprodukten moeten ingaan, maar over de daarvoor noodzakelijke besluiten is nog geen overeenstemming bereikt. In welke richting het zal gaan, is niet exact, maar wel globaal aan te geven. Vrijwel zeker zijn de volgende punten: De E.E.G.-richtprijs voor melk wordt gehandhaafd op de reeds eerder overeengekomen prijs van 35,30 per 100 kg. De instrumenten om deze richt prijs te halen bestaan uit een inleveringsregeling voor boter, welke, ervan uitgaande dat een be paalde prijs voor magere melkpoeder zal worden gemaakt, overeenkomt met de richtprijs voor melk. Voorts wordt een denatureringspremie voor magere melkpoeder gegeven, wanneer deze tot veevoeder verwerkt wordt. Het is wel zeker dat er geen inleveringsregeling voor kaas komt, terwijl het de vraag is of er een inleveringsregeling voor magere melkpoeder zal komen. Of de richtprijs voor melk gehaald wordt zal geheel afhangen van de vraag hoe de opbrengst van kaas en magere melkpoeder uit zal vallen. De Nederlandse minister van Landbouw verwacht, dat dit in de vrije markt in Nederland wel gerealiseerd kan worden, juist vanwege het feit dat ons verwer kingspatroon zo geheel van dat van de andere E.E.G.-landen verschilt. Onze specialiteit, de kaas, is een minder zwak produkt dan boter, waarvan de overschotten ook veel groter zijn. Verwacht mag worden dat in een vrije Europese markt de afzetmogelijkheden voor Nederlandse kaas zullen toenemen. 214

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 8