verzekering of lijfrentepolis, teneinde daardoor ge
heel of gedeeltelijk voorzieningen voor de oude
dag te treffen, niet de gelegenheid bij uitstek blijft.
Vaak hebben wij meegemaakt, dat dit op een te
leurstelling uitloopt, in ieder geval het gestelde
doel daarmede slechts voor een klein deel wordt
bereikt.
Het is immers een bekend feit, dat het rente
percentage, dat de levensverzekeringmaatschap
pijen denken nodig te hebben om aan hun ver
plichtingen op de einddatum te voldoen, thans om
streeks de 3 ligt. De werkelijk gemaakte rente
zal in de meeste gevallen gezien de huidige rente
stand veelal hoger liggen. Wij geven daarbij graag
toe, dat de maatschappij een marge dient aan te
houden tot extra-zekerheid. Of een levensverzeke
ring op basis van belegging in aandelen, fractie
verzekering, stijgende verzekeringen e.d. uitein
delijk een beter effect zou sorteren is voor ons
nog geen uitgemaakte zaak. De produktie in deze
soort levensverzekeringen schijnt overigens ook
nog niet aan de verwachtingen te voldoen.
Men zou kunnen stellen, waarom maakt die
assurantieman zich zo druk over de oudedag-
voorziening. Daarbij vergeet men, dat van zijn vijf
poten de eerste vier toebehoren aan de bankman.
Wij dachten n.l. dat gezien het karakter van onze
banken, wij ons zeker dienen te beraden hoe wij
onze cliënten dienen te adviseren op het gebied
van hun oudedagvoorziening. Daarbij durven wij
gerust stellen, dat dit probleem voor ons nog lang
niet opgelost is. Het zou daarom naar onze me
ning wenselijk zijn, indien geïnteresseerden in onze
organisatie zich gezamenlijk eens over dit pro
bleem gingen beraden.
Hoogachtend,
J. A. Paasman,
Hoofd Assurantie-afdeling
Coöperatieve Raiffeisenbank
„Oostelijk Flevoland" W.A.
naschrift van de redactie:
De zaken, die de heer Paasman in zijn stuk, dat
eigenlijk wat te lang voor deze rubriek is, aan
snijdt, kunnen wij hier onmogelijk adaequaat be
handelen. Wij zien het probleem van de heer
Paasman wel, en zouden het dan ook toejuichen
wanneer anderen in het kort hun mening wilden
geven. Wel menen wij, dat de levensverzekeringen
veel genuanceerder benaderd kunnen worden dan
de heer Paasman doet en dat ook op levensver
zekeringen van toepassing is de regel: alle waar
naar zijn geld.
f 25.000.000,in Lisse
De spaarder, die de 25 miljoengrens bij de Raif
feisenbank Lisse deed overschrijden, ontving uit
handen van de voorzitter, de heer J. W. A. Lefeber,
een enveloppe met inhoud. Ook twee spaarsters,
die, respectievelijk juist voor en juist na de ge
lukkige spaarder, een bedrag stortten op hun JSW-
boekje ontvingen een enveloppe met inhoud.
De voorzitter gaf een overzicht van het verloop
van de spaargelden bij de bank: 1926 (19 jaar na
de oprichting) 1 miljoen; 1943 2 miljoen; 1953
5 miljoen; 1959 10 miljoen; 1965 20 miljoen.
260