andere bestemmingen in nieuwe winkelcentra Worden, in tegenstelling tot de oorspronkelijke plannen, bedrijven opgenomen die geen direct ver band houden met het winkelen, dan dienen deze als „andere" bestemmingen te worden opgevat. Dit verschijnsel kan gezien worden als een niet volledig kunnen realiseren van de oorspronkelijke opzet, waarbij bedacht moet worden dat een win kelcentrum in Nederland vooralsnog veelal wordt ontworpen als concentratie van detailhandelvesti gingen. Tegenwoordig wordt in toenemende mate in wijk winkel- of stadsdeelcentra plaats ingeruimd voor andere soorten bedrijven zoals café-restaurants, snackbars, reisbureaus en bankfilialen, welke ves tigingen een attractieve functie hebben in en ten opzichte van het winkelcentrum. Als „andere" be stemmingen worden in het rapport opgevat: kan toren, medische diensten, P.T.T. enz. Hoewel ban ken door onze organisatie en velen met ons als volkomen passend in het winkelcentrum wor den beschouwd, komt het nog wel voor dat zelfs makelaars „de banken" als niet passend in een winkelcentrum beschouwen. Wij hebben de mening, dat wat als „andere" bestemmingen wordt betiteld op een sterk sub jectief inzicht berust, hetgeen voor sommige on dernemingen zoals de banken, een moeilijkheid is om in een winkelcentrum bedrijfsruimte te krijgen. Een aantal bestemmingen wordt in het rapport vermeld dat door velen als passend en daarmede als aantrekkelijk voor een winkelcentrum be schouwd kan worden. Bij de opzet van een cen trum dient derhalve tevoren met de komst van een aantal „andere" activiteiten rekening te wor den gehouden. De vraag of de bezetting van een winkelcentrum als geslaagd dient te worden beschouwd, kan af hankelijk worden gesteld van de vraag of de be zoekers van dit centrum „het vreemde element" als een storing ervaren. Mag ook hier niet wor den gesteld, dat de wensen van het publiek bezoekers of de „gebruikers" van dit centrum het belangrijkse criterium vormen? De vraag komt daarbij op of allengs het win kelcentrum niet te eenzijdig als „winkelcentrum wordt beschouwd en of niet vele nevenfuncties in het winkelcentrum hun bestaansrecht reeds duide lijk hebben bewezen. Indien deze vraag in positieve zin valt te be antwoorden, zal de ruimere functievervulling zo wel voor de bezoekers als voor de exploitant van en in het winkelcentrum een voordeel zijn. raiffeisenbank „schipluiden" 50 jaar Tijdens de algemene vergadering van 18 april 1968 herdacht de Raiffeisenbank „Schipluiden" het 50-jarig bestaan van de bank. Van degenen die op de oprichtersvergadering het ledenregister teken den, waren de drie nog in leven zijnde leden aan wezig. Jhr. mr. J. C. Greven, directeur van de Centrale Bank, overhandigde als jubileumgeschenk een fraai schilderij. Tijdens deze jubileumvergadering werd tevens afscheid genomen van de voorzitter van het be stuur, de heer P. v. d. Berg.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 50