Bij het onderzoek is naar de volgende oorzaken van het leegstaan onderscheiden: achtergronden oorzaken leegstaande bedrijfspanden abs. in in Geen of onvoldoende syn chronisatie tussen realisering centrum en woongebied 62 19,8 0,7 Onjuiste planning ten aanzien van de plaats van het distri butieapparaat 193 61,6 2,2 Onjuiste planning ten aanzien van de omvang van het win kelcentrum 89 27,8 1,0 Overplanning in de tijd Onjuiste planning uit pres- tige-overwegingen Onvoldoende samenwerking en overleg 160 51,1 1,8 Gebrek aan capaciteit, durf en aanpassingsvermogen van ondernemer Kostenmoeilijkheden 96 30,7 1,1 313 100 8.928= 100 leeg van alle staande panden bedrijfs panden Het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf, veelal E.l.M. genoemd, heeft in novem ber 1967 een rapport gepubliceerd, getiteld: Leeg staande bedrijfspanden in nieuwe winkelcentra" dat ook in de Raiffeisenorganisatie aandacht verdient. Ten tijde van het onderzoek werden op een be stand van 456 winkelcentra met 8.928 bedrijfspanden in 102 winkelcentra 313 leegstaande panden aange troffen. Dit betekent dat 3.5 van het aantal win kels leegstond. Opvallend was dat 45 van het totaal aantal leegstaande panden werd aangetroffen in winkelcentra met minder dan 15 bedrijfspanden, dus in de kleinere winkelcentra. Het leegstaan kwam relatief het meest voor in het noorden en oosten van ons land. De achtergronden of oorzaken van het leegstaan van de winkels geven niet de indruk, dat steeds een evenwichtig beleid is gevoerd bij het plannen van de nieuwe winkelcentra. Zelden is echter één oor zaak voor het leegstaan aan te wijzen. In bijna alle gevallen is er een aantal oorzaken. Hiervoor is geen numeriek gegeven samengesteld. Zoals uit de tabel blijkt, is menigmaal (namelijk 61,6% van het aantal leegstaande winkels) fou tieve ligging de oorzaak van het leegstaan. De ligging van een winkelcentrum in een nieuwe wijk of in een gesaneerde oude kern is van groot be lang voor het slagen, want is de plaats ongunstig ten opzichte van het woongebied waar dus de klanten vandaan moeten komen dan is het aan tal consumenten per winkel te gering om een be staansmogelijkheid te hebben. Bovendien dient een winkelcentrum goed bereikbaar te zijn, tegen woordig vooral met auto's. In het westen komt men deze fouten minder tegen dan in overig Ne derland. In de kleinere gemeenten worden soms grotere winkelcentra gebouwd dan uit oogpunt van be hoefte wenselijk is. Dit kan tot gevolg hebben dat de winkels voor de winkelier en de overige daar gevestigde ondernemers niet of nauwelijks renda- 254

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 48