2,25 miljard zal worden uitgegeven ten opzichte van het wegvervoer en sanering van de binnen scheepvaart. het wegvervoer Volgens de Westduitse regering zorgt het steeds toenemende zware vrachtverkeer op de weg, met Duitse en buitenlandse vrachtwagens, voor een te zware belasting van het wegennet en een toe nemende verkeersonveiligheid; dit in samenhang met het stijgende aantal personenauto's. Er dreigt een noodtoestand te ontstaan, wanneer deze ont wikkelingen zich voortzetten. Hier tegenover staat een ondoelmatig gebruik van de spoorwegen, waar langs gemakkelijk een deel van het zware en massatransport zou kunnen plaatsvinden. Op het ogenblik zijn de spoorwegen echter nog niet zover dat zij een deel van het wegtransport kunnen over nemen. In de overgangstijd wordt extra aandacht geschonken aan: a. bewaking van de verkeersveiligheid op de Duitse wegen; b. het herstellen van een geordende en gezonde verkeerseconomie en c. de verbetering van de economische en financiële basis van de Bundesbahn. De volgende maatregelen ten aanzien van het wegverkeer worden nodig geacht: 1. Per 1 juli 1968 zal een belasting worden inge voerd op alle vervoer per vrachtwagen, waar van de laadcapaciteit meer dan 4.000 kg be draagt. De hoogte van de belasting wordt: a. voor vervoer in de goederensector 1 pfennig/ton km. b. voor vervoer in de verhuizingensector 0,1 pfennig/ton km. c. voor personenvervoer over lange afstanden een gestaffelde heffing van 3,4 en 5 pfennig/ ton km. Aan deze belastingen wordt ook het grensover schrijdende verkeer onderworpen, omdat anders de Duitse havens in een ongunstiger concur rentiepositie zouden komen te verkeren. De belasting geldt alleen voor afstanden boven de 170 km. Het verkeer naar en van Berlijn moet een sym bolisch bedrag van DM 5 betalen. Tankwagen- vervoer wordt vrijgesteld van belasting, wan neer dit een onderdeel is van een transport dat gedeeltelijk ook per spoor gaat. Per 1 juli 1970 gaat een verbod in op het ver voer van de volgende stoffen boven een afstand van 170 km: a. graan en meel; b. ruw hout; c. zand, grind, slakken en dergelijke en daar van gemaakte bouwmaterialen; d. marmer, graniet en andere harde natuur steen; e. gips en kalksteen; f. ertsen, metalen half-fabrikaten, schroot en stalen spoorwegmaterialen; AMSTERDAM O 170 KM OMRHAJSfN 251

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 45