financieel overzicht rust op monetair front Na de conferentie van Stockholm, eind maart, waar de groep van tien belangrijke industrielanden overeenstemming bereikte over de schepping van speciale trekkingsrechten op het I.M.F. (waarbij Frankrijk zich voorshands nog niet bond) heeft er op het internationale monetaire front betrekkelijk rust geheerst in april. Op de vrije goudmarkt heeft de goudprijs geen grote fluctuaties te zien gegeven en de twee sleutelvaluta's, het pond en de dollar stonden in april niet meer bloot aan de druk die er daarvoor op werd uitgeoefend. De monetaire goudvoorraad van de Verenigde Staten is, in hoofdzaak als gevolg van het ter be schikking stellen van goud aan de medio maart opgeheven goudpool, met nog ruim een miljard dol lar gedaald tot omstreeks tien miljard dollar. Op dit peil is de Amerikaanse goudreserve nu min of meer bevroren. Dit laatste is overigens geen ab solute status quo, want de centrale banken van de Groep van Tien hebben zich formeel niet gebon den hun dollarreserves niet in goud te zullen om wisselen. Wel zijn de zg. swaparrangementen nog uitgebreid, waardoor het mogelijk is bepaalde be dragen aan dollars aan te houden die niet onder hevig zijn aan het risico van een verandering van de dollarkoers. In de praktijk komt het er op neer, dat voor het ogenblik een vrij veel omvattend samenstel van maatregelen is getroffen om de dol lar tegen aanvallen van buitenaf te beschermen. Dat deze maatregelen kennelijk wel werken, kan ook worden afgeleid uit de geringe reactie van de valutamarkt op de uitlatingen van de president van de Federal Reserve Board, het Amerikaanse cen trale-banksysteem, die anders wel geëigend waren om de onrust weer te doen oplaaien. De heer Wil- liam McChesney Martin verklaarde nl. dat de Ver enigde Staten zich in een toestand bevinden die herinnert aan die van de financiële crisis waardoor het land en de wereld werden geteisterd in het be gin van de jaren dertig. Een dergelijke uitspraak is uiteraard niet direct geschikt om de rust op de valutamarkten te bevorderen. Toch had zij geen noemenswaardige gevolgen. Waarschijnlijk werd algemeen beseft dat de nogal alarmerende kreet 242

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 36