de handwerksman en arbeider". Tinnen borden en kruiken op de wandlijsten geven een indruk van het burgerlijk woongerief. Aan de tegenovergestelde wand staat een smal orgeltje, waarop zijn dochter Amalia, die ook de bejaarde Raiffeisen verzorgde, vaak 's avonds voor hem speelde. Friedrich Wilhelm is reeds op zeventienjarige leeftijd uit Hamm weggegaan. Hij meldde zich als vrij williger bij een artilleriebrigade in Koblenz en Keulen en ging toen naar een inspectieschool, welke school in de technische vakken met een middelbare school gelijk staat, ter opleiding van vuurwerker". Deze school verliet hij met de beste getuigschriften, maar een toenemende achteruitgang van zijn ge zichtsvermogen dwong hem de militaire dienst te verlaten. Hij werd ambtenaar, eerst secretaris in Mayen in de Eifel, vervolgens echter in 1845 als jong burgemeester, die het bestuur over 13 kleine dorpsgemeenten moest voeren, in Weyerbusch in het Westerwald. De volgende morgen sta ik in de dorpsstraat van Weyerbusch. Hier is het land al hooggelegen en zeer schraal. Het dennenbos reikt tot aan de rand van het dorp en de vochtige weiden staan geel van de bloeiende boterbloemen. De regenwind stormt over de hoogvlakte, eerst tegen de middag komt de zon over de velden strijken. Hierheen, naar Weyersbusch, was Raiffeisen in 1845 als burgemeester ge komen en had hij zijn eerste daad tot hulp van de plattelandsbevolking verricht, toen in de winter 1846/47 na een misoogst een hongersnood uitgebroken was. De prijzen, zelfs voor brood, stegen toen torenhoog. Waar vandaan zouden echter de arme, diep in de schuld zittende boeren, geld krijgen? Het graan en de aardappelen waren in vele huizen al in november verbruikt. Burgemeester Raiffeisen kreeg op zijn dringend verzoek enige voeren meel als regeringshulp uit Koblenz, welk meel aan koopkrachtige mens verkocht moest worden. De burgemeester echter liet in Weyerbusch een „bakhuisje" bouwen, stelde een bakkersknecht aan en liet zelf het brood bakken. Wie nog betalen kon, moest een hogere prijs betalen, opdat de armsten het brood voor de halve prijs konden krijgen, voor de betaling waarvan ze ook nog uitstel konden ontvangen. Zo overwon hij de grootste nood van deze hongerwinter. In het voorjaar daarop kocht hij gezamenlijk voor alle boeren nieuw zaaigraan en aardappels uit Hessen, waarbij de gegoeden weer borg waren voor de overigen. Het idee van de coöperatieve ge meenschapshulp van de boeren begon voor de eerste keer te werken Er is iets bijzonders met ideeën van grote mensen. Zij maken zich van hun dragers los, worden zelfstandig en werken dan ver boven het leven van die dragers uit. Hier in Weyerbusch sta ik nu aan de geboorteplaats van de „Raiffeisenidee"! Ik zoek na een bezoek aan de burgemeesterswoning het bakhuisje in Weyerbusch op, dat zich heden ten dage onder de zorg van de Duitse Raiffeisenorganisatie bevindt. Alles is zeer eenvoudig ingericht; een gemetselde oven voor twintig of dertig broden, een smalle ruimte met bakkersgereedschap, de vloer van bakstenen tegels, een deur en een smal raampje. En toch ging van hier de idee tot redding van honderdduizenden boerenbedrijven op weg! Een korte tocht brengt mij nog op dezelfde dag van Weyerbusch naar Flammersfeld. Daar was Raif feisen in de jaren 1849-1852 burgemeester. Ook hier stichtte hij dadelijk een „Vereniging tot ondersteu ning van onbemiddelde landbouwers" met wier middelen voor de boeren vee gekocht werd of schul den bij de woekeraars werden afgelost. Raiffeisen zag er echter steeds nauwkeurig op toe, dat dit niet louter geschenken waren, doch leningen op lange termijn, die ook weer terugbetaald moesten worden. Op het kantoor van de nieuwe raiffeisenbank word ik gastvrij onthaald en men begeleidt mij vrien- 230

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 24