lang te lijden had gehad en dat kon alleen gebeu
ren door een einde te maken aan de enorme be
grotingstekorten, welke de voornaamste oorzaak
van deze inflatie vormden. De tering werd naar de
nering gezet.
Verder moest het produktie-apparaat weer op
gang worden gebracht. Ook dit verkeerde, evenals
de staatsfinanciën, in zeer slechte staat. Dit gold
niet alleen voor de industriële sector, die door ge
brek aan grondstoffen en spareparts slechts op
een fractie van haar capaciteit kon werken, maar
evenzeer voor de infra-structuur zoals communi
catiemiddelen, wegennet, enz., welke allen in een
verwaarloosde toestand verkeerden.
Wat de agrarische sector betreft, deze had, voor
zover het voedselgewassen betreft, het minst van
de algemene verwaarlozing te lijden gehad. Hoe
wel de rijstproduktie geen gelijke tred had kunnen
houden met de sterke bevolkingsaanwas, toch
bleef deze jaarlijks vooruitgaan. Daarentegen was
het met de ondernemingslandbouw, die zulk een
belangrijke bron van deviezeninkomsten voor In
donesië betekent, treurig gesteld. De opbrengsten
waren ruim gehalveerd, waartoe echter ook de
slechte wereldmarktprijzen voor tropische produk-
ten hadden bijgedragen.
Dat de jaren van hyper-inflatie en algemene
economische verwaarlozing onder de Oude Orde
in Indonesië niet tot grotere catastrofen, zoals al
gemene hongersnood hebben geleid, is aan twee
factoren te danken geweest. De eerste is het
hechte sociale systeem, dat op onderling hulpbe
toon berust; de tweede factor is het feit dat 72
van de totale Indonesische bevolking van ruim 110
miljoen mensen van de landbouw leeft, die, zoals
gezegd, zich ondanks alles had weten staan
de te houden.
De taak om weer orde in haar economische huis
houding te scheppen ligt in de eerste plaats op de
schouders van de Indonesische regering en het
Indonesische volk. Daartoe worden dan ook alle
krachten ingespannen en hulpbronnen gemobili
seerd. O.a. is thans weer het particuliere initiatief,
de private sector, volledig ingeschakeld, die onder
de Oude Orde van het economisch terrein was
teruggedrongen ten behoeve van weinig efficiënte
staatsbedrijven.
overgangsperiode: eigen inspanning met hulp van
vrienden
Toch kan het Indonesische volk deze taak niet
alleen verrichten. In de overgangsperiode, die In
donesië thans doormaakt, is hulp van bevriende
naties onontbeerlijk. Gelukkig heeft het vertrou
wen, dat de daadkrachtige en realistische politiek
van de Regering-Soeharto heeft ingeboezemd, er
toe geleid, dat Indonesië een re-scheduling van
haar grote schuldenlast verkreeg en ook dat de
nodige hulp werd toegezegd om het tekort op haar
betalingsbalans, welke zij op eigen krachten nog
niet sluitend kon maken, bij te passen. Het is ech
ter zeker niet de bedoeling, dat deze hulp een
permanent karakter zal dragen. Het is een uiterst
welkom supplement in deze moeilijke transitoire
periode. De Indonesische regering is er zich echter
ten volle van bewust, dat Indonesië in de toekomst
niet afhankelijk mag zijn van kredieten en buiten
landse hulp, maar er naar moet streven om, hoe
eerder hoe liever, haar eigen huishouden zelf te
verzorgen.
Bij de buitenlandse assistentie, die in deze pe
riode aan Indonesië wordt verstrekt, neemt Neder
land een belangrijke plaats in, niet alleen door het
verstrekken van relatief belangrijke bedragen in de
vorm van grants en kredieten, maar ook door op
actieve wijze de leiding te nemen in de Inter-
governmental Group on Indonesia, die onlangs
voor de vierde maal te Rotterdam bijeenkwam.
Bovendien en dit is voor een ontwikkelingsland
als Indonesië uiterst belangrijk draagt Neder
land veel bij aan z.g. technische hulp, bestaande
uit kennisoverdracht en het assisteren in de voor
bereiding van belangrijke projecten, die de eco
nomie van Indonesië direct ten goede kunnen
komen.
Zoals boven vermeld hoopt de Indonesische re
gering dat eigen inspanning van het Indonesische
volk en de buitenlandse hulp, welke haar wordt
verleend, het mogelijk zullen maken om de stabi
lisatie en rehabilitatie per eind 1968 zóver te doen
219