Wat echter de laatste jaren veel gebeurt is een fusie tussen ondernemingen, die ieder voor zich wel degelijk bestaansrecht hebben. Hierbij gaan de ondernemingen als volledige partners in één nieuw bedrijf verder. Dit doen die bedrijven niet omdat ze dat nu zo leuk vinden. Omdat ze een vooruitziende blik heb ben doen ze dit. Alleen door het vormen van flinke, financieel gezonde bedrijven zal het in de toekomst mogelijk zijn, de zware concurrentie het hoofd te bieden. Van de commerciële banken in Nederland hebben reeds de grootste een fusie aangegaan. Onze coöperatieve banken vormen tezamen met de Centrale Bank te Utrecht, waarvan ze alle lid zijn, een financieel blok, dat wel degelijk meetelt. Wat de toevertrouwde middelen betreft komen de Centrale Bank met de aangesloten banken op de derde plaats, zowaar geen peuleschilletje. Voor het aantrekken van de toevertrouwde gelden staat iedere bank echter apart. Dit geldt ook voor de te verstrekken voorschotten en kredieten. Aanvragen van 25.000,betekenden 10 jaar geleden nog heel wat. Thans worden onze banken regelmatig geconfronteerd met aanvragen boven de 100.000,Met bedrijfsovername van land bouw- of middenstandsbedrijven zijn enorme be dragen gemoeid, evenals bij uitbreiding of vernieu wing. Teneinde aan deze aanvragen ook in de toekomst te kunnen blijven voldoen is het tijd dat coöpera tieve buurbanken de handen in één slaan en sa mengaan in het belang van hun tegenwoordige en toekomstige leden en spaarders. Het is dan moge lijk met aanmerkelijk minder kosten veel rationeler te werken. Doordat de administraties samengevoegd worden, kan alleen op de loonkosten al veel uit gespaard worden. Dit behoeft nog geen ontslag voor een deel van het huidige personeel te bete kenen. Door het personeelsverloop (vertrek en huwelijk) loopt dit vanzelf. Doen de banken dit niet, dan zal het in de toe komst voor verscheidene van hen moeilijk, zo niet onmogelijk, zijn aan redelijke rendementseisen te voldoen. Ook zal het betekenen dat verschillende mensen, die wij graag bij onze banken als klant hebben, naar een andere geldschieter gaan. Op ons mooie Walcheren is elf raiffeisenbanken toch wel aan de ruime kant. Velen uit de coöpera tieve sector delen hier omtrent mijn mening. Voor leden van bestuur en raad van toezicht zal het moeilijk zijn contact hierover met een buurbank op te nemen. In het belang van de coöperatieve ban ken zullen zij echter hierover heen moeten stappen. Hoogachtend, J. A. Risseeuw Directeur Raiffeisenbank ,,Grijpskerk-Oostkapelle" naschrift van de redactie De heer Risseeuw zal van ons geen oordeel over de al dan niet wenselijkheid van een „samengaan" van de elf op Walcheren verwachten. Wij willen slechts opmerken, dat de door de inzender aan gevoerde argumenten pro-samengaan juist zijn, doch dat men goed moet bedenken, dat bij fusies tussen plaatselijke banken ook tal van andere as pecten dan de door de heer Risseeuw genoemde een rol spelen. Dat geldt elders in het land en zal, dunkt ons, ook voor Walcheren het geval zijn. Overigens zijn de tot nu toe met fusies opgedane ervaringen eigenlijk onverdeeld gunstig.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 59