ruimten, maar doordat toegestaan werd de verdie pingen aan drie zijden boven het trottoir uit te bouwen, ontstond toch een aanvaardbare platte grond. Dit is dan de verklaring van het uitzonder lijke profiel van het gebouw. Aansluitend op het hoofdgebouw aan de St. Jacobsstraat werden het trappenhuis en de liften geprojecteerd; tegen de dienstwoning aan de Ko ningstraat is een tweede trappenhuis, waarnaast op elke verdieping garderobes en toiletten gegroe peerd zijn. Op straatniveau bevindt zich een eigen parkeer garage; daarboven zijn drie kantoorverdiepingen. Op de vierde verdieping bevindt zich de kantine vanwaar men een wijds uitzicht heeft over het noordelijke en westelijke deel van de stad Utrecht. tussen vloeren en plafonds: ontelbare leidingen en kanalen Een interessant probleem bij de voorbereiding van het plan was de hoogte van dc verdiepingen. Aan gezien de totale bouwhoogte door overheidsvoor schriften beperkt was en men toch een redelijke plafondhoogte wenste, moest getracht worden de constructiehoogte van de vloeren met de daaronder liggende balken e.d. niet groter te maken dan nood zakelijk. Het geeft wel een goede indruk van de omvang en de gecompliceerdheid van de heden daagse technische outillage van een groot gebouw als men zich realiseert, dat bij een vrije hoogte van 3.00 meter de constructiehoogte tussen vloer en plafond 0,84 m bedraagt en op sommige punten zelfs 1,00 ml Een vierde deel van de bouwhoogte bleek derhalve nodig te zijn voor een samenstel van zwevende en draagvloeren, stalen balken, rio- Icringsbuizen, kanalen voor airconditioning, inge bouwde verlichting, elektrische en waterleidingen, enz. Behalve in de plafonds vroegen de technische installaties meer ruimte: boven het trappenhuis be vindt zich een twee verdiepingen hoge luchtbehan delingskamer van de airconditioning en boven de ingang bij de parkeergarage is nog een vertrek vol pompen, compressoren en regelapparatuur. De computerafdeling beschikt bovendien nog over een eigen airconditioningruimte, waardoor deze onaf hankelijk is van de centrale installatie. kantoorindeling steeds naar wens te veranderen Bij de indeling van de drie nagenoeg gelijke kantoorverdiepingen is uitgegaan van het principe dat alle wanden verplaatsbaar moeten zijn en dat op elke kolom of raamstijl een separatiewand ge plaatst moet kunnen worden. Bij een raambreedte van 1,45 m en een kolomafstand van 5,80 m (4 ramen) betekent dit een grote flexibiliteit, met de mogelijkheid vertrekken te formeren ter breedte van 2,90 m en breder in een veelvoud van 1,45 m. De toegepaste wandelementen bestaan uit alu- miniumframes, waarin naar behoeven dubbel glas ofwel met vinyl beklede panelen, respectievelijk deuren. Deze elementen zijn onderling verwissel baar, waardoor in korte tijd de indeling van een kantoorverdieping gewijzigd kan worden. van kopje koffie tot warme maaltijd De kantine op de vierde verdieping is duidelijk afwijkend van vorm, zowel wat betreft het interieur als het exterieur. Het geplooide dak laat al van grote afstand zien dat dit deel van het gebouw een andere bestemming heeft dan de onderliggende kantoorruimten. In het interieur geeft het blank grenen plafond, met talloze kleine gloeilampjes naast strakke don ker gebeitste houten TL-armaturen, een feestelijk aanzien. Een lange wand is van ruw gepleisterd metselwerk, de andere zijden zijn glaswanden met deuren welke toegang geven tot het dakterras. Door een weloverwogen opstelling van planten is in het midden van de grote zaal een meer intieme ruimte geschapen waar enkele fauteuils en lage tafels geplaatst zijn, alsmede twee laaghangende lampen van uitzonderlijk model. De beslotenheid 192

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 46