-y-v
De uitkomsten van de prognoses worden in
hoofdzaak bepaald door het bevolkingsaantal waar
men vanuit gaat en de groeivoet die men aan
neemt. Bij dit laatste spelen een aantal factoren,
zoals het aantal huwelijken, de huwelijksvrucht
baarheid en migratie een rol.
Naarmate de afstand tot het jaar waarop de
prognose betrekking heeft kleiner wordt, wordt de
nauwkeurigheid vanzelfsprekend groter, omdat men
dan de bepalende factoren beter kent en over een
minder lange periode behoeft te extrapoleren.
Vergelijkt men de eerder vermelde schattingen,
dan valt het op dat deze steeds optimistischer zijn
geworden. Dit geldt met name voor de laatste twee
prognoses, die op een veel hoger niveau liggen
dan de eerste twee. Toch werd reeds in het voor
ontwerp van het eerste programma voor de eco
nomische politiek op middellange termijn opge
merkt, dat de indruk bestond dat de bevolkings
aanwas in de periode 1965-1970 een vertraging
zou ondergaan. Deze indruk was vermoedelijk ge
baseerd op het feit, dat men in enkele lidstaten
een geringe natuurlijke aanwas verwachtte, om
dat de generaties die de vruchtbare leeftijd bereik
ten van geringere omvang zouden zijn. Vergelijkt
men de twee laatste schattingen, dan is de laatste