planning
In de eerste plaats dienen de hoofdlijnen van de
ontwikkeling voor de toekomst te worden bepaald.
Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van het
vele statistische materiaal dat in de balansmappen
van de bank ligt opgeslagen. Hieruit kan ten aan
zien van de toeneming van de werkzaamheden een
overzicht worden gemaakt van de verwerkte posten
in de afgelopen 5 jaar, terwijl bovendien aan de
hand van de gegevens van de eerste maanden van
1968 voorzichtig het te verwachten aantal posten
voor het komende jaar kan worden geschat, terwijl
een raming van het aantal posten in 1969 en vol
gende jaren kan worden gemaakt.
Het aantal rekeningen speelt eveneens een rol
bij de omvang van de werkzaamheden. Naast het
verwerken van het aantal posten, veroorzaakt ook
het bijhouden van een rekening een bepaalde hoe
veelheid werk.
Ook andere factoren spelen nog een rol bij de
vaststelling van de hoeveelheid werk, dat bij een
bepaalde bank moet worden verricht. Wij noemen
hiervan bijvoorbeeld de verhouding tussen kaspos-
ten en giroposten. (Het werk, dat is verbonden aan
een kaspost, is in het algemeen aanzienlijk meer
dan het werk verbonden aan een giropost).
Een ander punt, dat belangrijk kan worden ge
noemd, is het aantal zittingen of bijkantoren van
een bank. Ook zal rekening moeten worden ge
houden met nieuw te stichten vestigingen. Hierbij
is tevens de geplande uitbreiding van de bevolking,
de realisering van nieuwbouwwijken en dergelijke
zeer belangrijk.
Uiteraard kost het opstellen van een dergelijke
prognose de nodige tijd. Echter is hierdoor de
dwang aanwezig zich te bezinnen op de ontwikke
ling in de komende periode, waardoor het inzicht
in te verwachten werkzaamheden ten zeerste
wordt verdiept. Indien geen aandacht wordt be
steed aan een prognose, is het mogelijk, dat maat
regelen om de groei op te vangen, te laat worden
genomen.
Aan de hand van het cijfermateriaal en rekening
houdende met andere gegevens kan een planning
worden gemaakt.
In een dergelijke planning kunnen de volgende
geschatte gegevens worden verwerkt:
aantal boekingsposten in 1968 en in 1969;
aantal kasposten over 1968 en 1969;
aantal rekening-couranthouders;
aantal spaarrekeningen;
aantal bijkantoren;
aantal personeelsleden.
Aan de hand van een dergelijke prognose, waar
bij uiteraard slechts van (verantwoorde) schattin
gen sprake is, kunnen meerdere vragen worden
beantwoord:
a. Is het personeelsbestand zowel kwantitatief als
kwalitatief zodanig, dat de groei, ook in de
naaste toekomst, kan worden opgevangen?
b. Is de kantoorruimte zodanig, dat ook de ver
dere groei nog goed kan worden verwerkt?
c. Is de machinecapaciteit voldoende of moeten
maatregelen worden getroffen om tot een an
dere werkwijze over te gaan?
d. Is de organisatie van de werkzaamheden zo
danig, dat mag worden verwacht, dat geen grote
problemen zullen ontstaan?
e. Is het mogelijk, om ook in de groter wordende
bank de cliënten op de juiste wijze voldoende
service te bieden?
f. Is het mogelijk met de bestaande vestiging(en)
het (toekomstige) werkgebied voldoende te be
werken?
Uit bovenstaande vragen blijkt reeds de nood
zaak tot een tijdig bezinnen op de toekomstige ont
wikkeling. In een volgend artikel zal op dit onder
werp nader worden ingegaan.
135