financieel overzicht
deeld. Voorlopig is het waarschijnlijk dat de staat
nu wel even weg zal blijven van de kapitaalmarkt.
Het is immers de bedoeling van het Rijk een deel
van de dit jaar benodigde middelen met kort geld
te financieren. Op die manier wil men voorkomen
dat de kapitaalmarkt te zwaar belast wordt en dat
de rente daardoor weer zou gaan stijgen, wat met
het oog op de conjuncturele situatie niet gewenst
is.
De economie ontwikkelt zich rustig en de kapi
taalmarkt weerspiegelt dit. De werkloosheid lijkt
weliswaar te wijzen op een verzwakking van de
expansie, maar hierbij moet wel in aanmerking ge
nomen worden dat de werkgelegenheid lang niet
overal onrust baart en dat bijvoorbeeld in het
westen van het land er zelfs in sommige bedrijfs
takken nog een tekort aan arbeidskrachten is.
tamelijk stabiele rente
De ontwikkeling op de kapitaalmarkt in ons land
heeft in de eerste twee maanden van dit jaar geen
grote spanningen te zien gegeven. Na enige stij
ging van de rente in januari was er in februari weer
enige neiging tot dalen. Van een duidelijke tendens
in de een of andere richting is dan ook geen sprake
en tot dusverre kan de toestand aan het rentefront
tamelijk stabiel worden genoemd.
De 61/2 staatslening met een uitgiftekoers van
991/2% werd goed ontvangen. De methode welke de
minister van Financiën dit keer volgde om buiten
sporig majoreren te voorkomen, namelijk het pas
achteraf vaststellen van het leningbedrag, bleek
evenals het tendersysteem, waarbij achteraf de uit
giftekoers wordt bepaald, een effectief middel tegen
encessief majoreren. Het bedrag van de lening
werd na de inschrijving vastgesteld op 250 mil
joen. Er kon op de inschrijvingen 471/2 worden
toegewezen, zodat voor ruim 500 miljoen was
ingeschreven.
Uit het koersverloop bleek dat de staat bij deze
leningsoperatie de marktsituatie goed had beoor-
matige groei
In het algemeen kan men derhalve zeggen dat de
economie hier te lande een beeld oplevert van ma
tige groei, waarbij terughoudendheid in de investe
ringen wordt betracht, zodat uit dien hoofde geen
grote eisen worden gesteld aan de kapitaalvoor
ziening. Daarbij komt nog dat de spaarontwikke-
ling in de afgelopen maanden vrij gunstig is ge
weest. Het behoeft derhalve onder deze omstan
digheden weinig verwondering te wekken dat de
rente geen neiging tot stijgen toont.
Inmiddels kwam de Bank voor Nederlandsche
Gemeenten ook weer met een lening van 150
miljoen met een rente van 61/2 tegen een koers
van 98% De belangstelling was groot en er
moest een aanzienlijke reductie op de inschrijvin
gen worden toegepast.
De bank heeft kennelijk gemeend het ijzer maar
meteen te moeten smeden toen het heet was,
want zij kwam direct daarop nog met twee rente-
spaarbriefleningen van elk 25 miljoen, met het
recht deze bedragen nog te verhogen.
De K.L.M. maakte aan het eind van de maand
ook nog van de gelegenheid gebruik om een leninc
van 100 miljoen a pari aan te kondigen met een
rente van 7 Het laat zich aanzien dat, gezien de
130