„opleiding en vorming"
een nieuwe rage?
„Het ging niet zo direct over het spaarplan want
eerst zag je een groep dansen op het strand. (6
jongens en 6 meisjes of zij waren met z'n tienen
maar dat doet er niet toe)".
„Tenslotte hadden zij een feest eerst gingen ze
naar de Raiffeisenbank met een trouwboekje van
hun ouders".
„Het was een leuke film en dit zeg ik omdat het
zo is".
„Een mijnheer stond voor de klas. Hij vroeg wie
er bij de Zilvervloot sparen, het waren er maar
weinig".
„De film beeldde uit hoe je van jong zijn tot je
trouwen, heerlijk zorgeloos kan zijn wanneer je
spaart".
„Later gaan ze ook kleren kopen in een boutiek
maar vrouwen hebben altijd veel tijd nodig om iets
uit te zoeken. Hoewel de mannen kunnen er ook
iets van".
„Maar als je gaat trouwen, en het geld nodig zal
hebben, is daar ook een oplossing op gevonden".
„Het stukje waar de jongen en het meisje op de
steiger zitten was enig: met de dromen die de
jongen en het meisje hadden".
„Al met al was de film erg leuk".
Ter overname aangeboden tegen elk
aannemelijk bod
GEVELLETTERS
in rood koper, afgewerkt met bladgoud
vormende het woord
COOP. RAIFFEISENBANK
Het woord Spaarbank in groene
neon-letters
Raiffeisenbank „Pernis"
Burg. van Esstraat 231,
telefoon (010) 16 29 24
Opleiding en vorming zijn „in". Zoals bij zoveel
nieuwe dingen staat de één er sceptisch of arg
wanend, misschien zelfs afwijzend tegenover, ter
wijl de ander enthousiast nieuwe mogelijkheden
ontdekt.
Waartoe opleiding en vorming?
Velen beschouwen opleiding goed voor jonge,
nieuwe medewerkers in het bedrijf. Een introductie
op het werk, dat zij moeten gaan verrichten, is
alleszins aanvaardbaar. In meerdere of mindere
mate is aan dit soort opleiding altijd gedaan. Het
is niets nieuws. Men moet nu eenmaal voorbereid
en ingewerkt worden. Maar nu is er iets heel an
ders aan de gang. ledereen schijnt „opgeleid",
„omgeschoold" of „gevormd" te moeten worden.
Een bedrijf dat zichzelf respecteert gaat de oplei
ding ter hand nemen. En daarbij komt dan iedereen
„onder het mes", van hoog tot laag. Zelfs als chef
moet je nog „op herhaling". Daar schrik je dan wel
van. Het brengt onzekerheid: wat gaan ze met me
doen; waarom moet ik nu ineens anders; was het
tot nu toe dan niet goed? Je gaat twijfelen aan
122