richtprijs, is gebaseerd op het vetgehalte, heeft ook de fokkerij zich gericht op een hoge botervetpro- duktie. Terwijl er juist in de wereld geen tekort is aan vetten maar wel aan eiwit. oplossingen Inmiddels worden in het kader van het E.E.G.- beleid allerlei maatregelen beraamd om enerzijds de grote overschotten zij het met enorme ver liezen weg te werken en anderzijds in de toe komst zoveel mogelijk te vermijden. Zo wordt over wogen het vetgehalte van consumptiemelk te ver hogen tot bijvoorbeeld 3 en meer botervet te slijten in de kalvermelk en in magere melkpoeder. Voorts zal men koelhuisboter tegen gereduceerde prijs kunnen afzetten, gesmolten boter in de vorm van bak- en braadvet kunnen verkopen en andere restanten proberen te slijten aan instellingen als leger, ziekenhuizen enzovoort. Dit zijn in wezen echter slechts lapmiddelen. Het probleem lijkt welhaast onoplosbaar omdat elk ingrijpen politiek en sociaal onaanvaardbare gevolgen heeft. Een verlaging van de melkprijs zou het minimumbestaan van vele kleine boeren verder aantasten. Een wel eens overwogen extrabelasting op veekoeken zou de winstmarges van de boer af breken. Een belasting op margarine zou de laagst betaalde consument in moeilijkheden brengen. Een hoger vetgehalte van de melk houdt de drinkmelk duurder en daardoor de afzet kleiner. Een andere oplossing van het probleem zou nog gevonden kunnen worden in het zo snel mogelijk transporteren van de overschotten naar hongerge- bieden, hoewel men daar meestal geen behoefte heeft aan vetten. Bovendien zou ook dan de belas tingbetaler grote bedragen op tafel moeten leggen. En het zou dan wel zeer eigenaardig zijn dat wel varend E.E.G. plantenboter eet, vervaardigd uit tropische grondstoffen, terwijl de mensen daar roomboter krijgen, bereid uit het malse Europese gras. kunstvoedsel Het is welhaast benauwend dat de behoefte aan een aantal agrarische produkten geen gelijke tred houdt met de toenemende produktie. Integendeel, de afzet vertoont in bepaalde gevallen zelfs een dalende lijn. Zo vermindert het verbruik van peulvruchten en consumptie-aardappelen, hoewel deze daling ge deeltelijk wordt opgevangen door verwerkte pro dukten, zoals frites en chips. De suiker ondervindt steeds meer concurrentie van kunstmatige zoet stoffen. Wat dit laatste betreft hebben we te doen met een verschijnsel dat zich in verschillende sectoren voltrekt, waarbij natuurprodukten plaats maken voor allerlei kunststoffen. De boer dreigt als leve rancier van eerste levensbehoeften te worden ver vangen door het laboratorium en de fabriek. Door nieuwe biochemische en technologische ontwikke lingen ziet de industrie kans het plantaardig en dierlijk produktieproces te imiteren. De vlasteelt en de vlasnijverheid moeten bij de afzet van produkten steeds scherper concurreren tegen synthetische vezels. De recente moeilijk heden in de strokartonindustrie zijn mede veroor zaakt doordat de plastics een groot deel van de verpakkingsmarkt hebben veroverd. Kunstbloemen vinden steeds meer ingang. Enige tijd geleden werd de lysine geïntrodu ceerd, een door de Staatsmijnen vervaardigd eiwit, dat in de menselijke voeding kan worden gebruikt om de voedingswaarde van uit granen bereide pro dukten te verhogen. Een produkt dat reeds werd gebruikt om het menu van ondervoede volken te verrijken. Thans is men er ook in geslaagd uit aardgas en smerige vette olie eiwitten te produ ceren. Volgens de C.L.O.-controle is het nieuwe produkt een hoogwaardig eiwit, geschikt voor ver- voedering van varkens en pluimvee. kunstvlees En nu wordt er voor menselijke consumptie naast de kunstboter ook kunstvlees op de markt ge bracht. Wanneer we bedenken dat in ons land voor 95 de voorkeur wordt gegeven aan margarine boven boter, dan zou kunnen worden verwacht dat het kunstvlees een deel van de biefstuk, de kar bonade en de kippetjes gaat verdringen. Vooral 107

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 11