BETAALCHEQUES
In de loop van de afgelopen maanden hebben
wij te maken gekregen met een geheel nieuwe
vorm van betaling, namelijk de betaalcheque. De
introductie is gepaard gegaan met een groot
scheepse propaganda. Hierdoor is bereikt, dat de
betaalpas en de betaalcheque in zeer korte tijd be
kende begrippen zijn geworden.
Meerdere cliënten en waarschijnlijk ook nog
verschillende banken nemen een enigszins afwach
tende houding aan ten opzichte van deze nieuwe
vorm van dienstverlening. Een verschijnsel, dat al
tijd bij nieuwe ontwikkelingen kan worden gesigna
leerd.
Voor de banken en ook voor de Centrale Bank
is deze introductie gepaard gegaan met een
enorme hoeveelheid werk. De aanvragen voor for
mulieren overtroffen verre de verwachtingen, waar
door de voorraden spoedig waren uitgeput. Door
de gebruikelijke overbezettitng van de drukkerijen
omstreeks de jaarwisseling heeft het tot half ja
nuari geduurd, voordat deze moeilijkheden over
wonnen waren.
De aanvragen voor de nieuwe betaalpassen ko
men elke dag in vrij groten getale bij de Centrale
Bank binnen. In de maand januari is de Centrale
Bank erin geslaagd deze aanvragen elke dag af
te werken en de passen aan de banken te verzen
den.
Het aantal betaalcheques, dat door de banken
wordt opgezonden aan de Centrale Bank wordt
steeds groter.
Het nieuwe rekeningnummer speelt bij de be
taalcheques een zeer grote rol. Ook in andere op
zichten, met name in het bankgiroverkeer, is dit
nieuwe rekeningnummer van essentiële betekenis.
Wij verzoeken derhalve de banken die nog niet tot
invoering van deze nummers zijn overgegaan, drin
gend zo spoedig mogelijk deze nummers aan de
rekeninghouders toe te kennen. Een eenmaal ge
geven nummer kan niet worden gewijzigd. Voor
zover nummers zijn vervallen, kunnen deze eerst
na een periode van twee jaar opnieuw worden ge
bruikt.
Tenslotte willen wij nog een beroep op de ban
ken doen zich ook ten opzichte van deze nieuwe
ontwikkeling positief op te stellen, zowel wat be
treft het op verantwoorde wijze meedoen aan het
uitreiken van betaalpassen en betaalcheques, als
ten aanzien van het accepteren van cheques, welke
aan de loketten worden aangeboden.
NIEUWE BEËINDIGINGSREGELING
VOOR DE LANDBOUW
Met ingang van 1 januari 1968 is een nieuwe be-
eindigingsregeling voor land- en tuinbouwbedrijven
in werking getreden. Deze nieuwe regeling komt in
de plaats van de voorheen reeds bestaande be-
eindigingsregelingen. In vergelijking met de vroe
gere mogelijkheden vertoont de nieuwe regeling
enkele opvallende verschillen.
Zo is bepaald, dat voor zover de grond van het
te beëindigen bedrijf in eigendom aan de onder
nemer toebehoort, deze grond dient te worden
overgedragen aan de Stichting Beheer Landbouw
gronden. Van deze bepaling kan de Stichting Be
heer Landbouwgronden ontheffing verlenen, doch
alleen indien de grond niet is gelegen in een ruil-
verkavelingsgebied.
Krachtens de nieuwe regeling kan de beëindi
gingsvergoeding op tweeërlei wijze worden toege
kend, namelijk in de vorm van maandelijkse uitke
ringen of als een uitkering ineens. Voor de uitke
ring ineens bestaat geen leeftijdsgrens, doch wel
is de grootte van de uitkering variabel gemaakt, af
hankelijk van de leeftijd van de aanvrager en van
de omvang van diens bedrijf.
Maandelijkse uitkeringen worden uitsluitend ver
strekt aan diegenen, die hun bedrijf beëindigen op
een leeftijd, die ligt tussen 50 en 65 jaar. Deze
maandelijkse uitkeringen, waarvan de hoogte niet
afhankelijk is van de bedrijfsomvang doch wel van
de leeftijd, waarop het bedrijf wordt beëindigd,
worden gestaakt zodra de desbetreffende persoon
de 65-jarige leeftijd heeft bereikt.
Concluderend mag worden gesteld, dat in ver
gelijking met de vroegere regelingen de nieuwe
regeling wat meer mogelijkheden lijkt te bieden
aan tuinders, die hun bedrijf willen beëindigen.
Daarentegen bestaat de verwachting, dat er op ak
kerbouw- en weidebedrijven aanmerkelijk minder
62