nen worden. Het is een gelukkige omstandigheid, dat onze organisatie in de S.H.P.R. een instrument heeft gekregen waardoor, in nauw overleg tussen vertegenwoordigers van banken en personeelsle den, zo snel in een gebleken behoefte aan een on gevallenverzekering kon worden voldaan. Het bestuur van de S.H.P.R. ziet, naar wij menen terecht, de ongevallendekking als een sociale voor ziening die min of meer ligt in het verlengde van sociale voorzieningen als een goede pensioenrege ling en dekking tegen ziektekosten, welke in onze tijd gemeen goed zijn geworden. Wij onderschrijven daarom gaarne de verwach ting van het bestuur van de S.H.P.R. dat banken en personeelsleden het aan hen door de S.H.P.R. ge richte schrijven over de ongevallenverzekering met instemming zullen lezen. FINANCIERING VAN FOKZEUGEN Het assortiment kredietmogelijkheden waarover onze organisatie beschikt, heeft wederom een uit breiding ondergaan. De aanwinst betreft deze maal een speciale financieringsregeling voor fok- zeugen. Met deze nieuwe kredietvorm wordt beoogd een alternatief te bieden voor het op te ruime schaal toegepaste leverancierskrediet. Tevens wordt hier mede tegemoet gekomen aan de ook bij de zeugen- houderij bestaande behoefte te komen tot grotere aantallen dieren per bedrijf. Evenals bij het reeds bestaande mestvarkenkre- diet is het thans geïntroduceerde zeugenkrediet tot stand gekomen in samenwerking met Coveco en de veevoedercoöperaties. De beide kredietrege lingen vertonen onderling wel enige overeenkomst, maar anderzijds zijn er zeer duidelijke verschillen die verband houden met de aard van het gefinan cierde object. Wel mag hier worden opgemerkt, dat in vergelijking met het mestvarkenkrediet de rege ling van het zeugenkrediet aanmerkelijk eenvoudi ger is. Dit laatste kan stellig als een pluspunt wor den aangemerkt, vooral uit het oogpunt van de banken die de nieuwe regeling zullen moeten han teren. 61

Rabobank Bronnenarchief

T06 | 1968 | | pagina 7