wet worden overgenomen. Vrijgesteld zijn onder de huidige omzetbelasting heeft een geheel andere betekenis dan onder het nieuwe stelsel. Onder het oude stelsel duidt dit op een voordeel, doch onder het nieuwe stelsel zal dit veelal een nadeel betekenen, omdat vrijgestelde ondernemers de door hen op inkoopfacturen betaalde omzetbe lasting niet kunnen terugvorderen. Waar banken onder het huidige stelsel en ook onder de B.T.W. voor een deel vrijgesteld zijn, zal dit naar wij aannemen nog wel enige moeilijkheden geven. Zodra hierover richtlijnen van de overheid worden bekend gemaakt, hopen wij hierop terug te komen. Een feit blijft echter, dat met ingang van 1 januari 1969, de streefdatum voor het inwerking treden van de B.T.W.de administratie, ook van banken, hier op moet worden ingesteld. landbouwregeling In het ontwerp wet B.T.W. is voor de landbouw een bijzondere regeling voorgesteld. Een bijzondere regeling die dikwijls moeilijk heden oproept op het gebied van de omzetbelas ting stuit voor de landbouw niet op al te grote bezwaren, omdat: a. de voortgebrachte produkten in verreweg de meeste gevallen nog een of meer produktie- en distributieschakels doorlopen, alvorens de con sument te bereiken. De landbouwer zit nl. aan het begin van de produktielijn; b. de meeste voortbrengselen behoren tot de eerste levensbehoeften welke aan het lagere tarief van 4 zijn onderworpen. Het gevolg van de bijzondere landbouwregeling is, dat de landbouwer administratief geheel buiten de heffing van omzetbelasting blijft. Hij draagt geen belasting af aan de fiscus, dus behoeft hij voor de omzetbelasting geen administratie bij te houden. De afnemers-ondernemers van landbouwproduk- ten mogen 4 (in wezen dus de voordruk bij de landbouwer) van het hen door de landbouwer in rekening gebrachte bedrag aftrekken van de be lasting, die zijzelf verschuldigd zijn. De voorbelas ting wordt dus bij de landbouwer niet geheven, maar kan in de volgende fase toch verrekend wor den. Bedoelde regeling geldt niet alleen voor de eigen geteelde" 4 %-goederen, maar is in dier voege afgerond, dat zij van toepassing blijft ook al zou de landbouwer af en toe eens een in zijn bedrijf gebruikt bedrijfsmiddel verkopen of al houdt hij zich bezig met andere activiteiten (b.v. teelt van bloemen die aan het 12%-tarief zijn onder worpen), mits die activiteiten niet meer dan 10.000,per jaar belopen. optierecht van landbouwers enz. De voordruk bij de landbouwer is dus op 4 gesteld. Die 4 voordruk is een gemiddelde. Het is mogelijk, dat die voordruk bij een bepaald land bouwbedrijf duidelijk hoger ligt, b.v. als het sterk is gemechaniseerd en er veel meer omzetbelasting drukt op de aankopen, dan die gemiddelde 4 De landbouwer krijgt daarom de mogelijkheid tot optie op de gewone regeling. Op zijn verzoek kan hij dan van de bijzondere, hierboven bedoelde, landbouwregeling worden uitgesloten, waardoor de B.T.W. dan volledig op hem van toepassing is. In dat geval moet die landbouwer dan minstens 5 jaar met de B.T.W. voortleven. Hij zal zijn administratie volledig moeten aan passen aan deze belasting, facturen moeten afge geven aan afnemers-ondernemers en aangifte moe ten doen bij de fiscus, waarna hij dan restitutie van belasting ontvangt. Een landbouwer die heeft geopteerd, kan de optie niet eerder dan 5 jaar later weer op zeggen. Alsdan kan hij echter de eerste 5 jaar niet opnieuw opteren. Aangezien er nog vele duistere punten in het ontwerp Wet B.T.W. overblijven, nemen wij aan, dat er in de komende maanden duidelijke richt lijnen van een en ander zullen verschijnen. 71

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 17