omzetbelasting volgens stelsel b.t.w. (belasting over de toegevoegde waarde) In verband met de harmonisatie van belastingen in de Europese gemeenschap zal, zoals de plan nen thans liggen, per 1 januari 1969 een nieuwe omzetbelasting in werking treden. De bestaande omzetbelasting, geheven volgens het cumulatieve cascadestelsel zal dan worden vervangen door een omzetbelasting volgens het stelsel van heffing over de toegevoegde waarde. De goederen en diensten, zoals die de consu ment bereiken in het algemeen zullen twee per centages, nl. 12 en 4, gelden worden dan met dezelfde omzetbelasting belast. Dit wordt bereikt door in iedere schakel (fabrikant-handelaar-dienst verrichter) de belasting te heffen over de in die schakel aan het goed of de dienst toegevoegde waarde. Hierbij is de methode gevolgd de belasting te berekenen over verkoopprijzen (of bij diensten over de vergoedingen) en op die belasting in af trek te brengen de (op de inkoop-, kosten- en in- vesterings-facturen betaalde) belasting, die aan de ondernemer in rekening is gebracht (aftrek van voor-belasting). Per saldo zal de ondernemer normaliter dus om zetbelasting moeten betalen over het verschil tus sen zijn bruto-omzet en de som van zijn inkopen en andere aan de belasting onderworpen kosten en investeringen. Een cijfer-voorbeeld ter verduidelijking: stel dat de omzet van een ondernemer over een bepaalde maand 50.000,bedraagt. De omzetbelasting bedraagt dan bij het in het ontwerp van wet voor gestelde percentage van 12: van 50.000, 6.000,—. In die maand heeft de ondernemer aan facturen ontvangen voor de onderstaande bedragen: van fabrikanten 40.000,— belasting 480,— van reclamebureau 200,— 24,— voor kantoorbehoeften 100,— 12, reparatie vrachtauto 1.000 120, vrachtkosten 800,— 96, emballage 2.000,— 240,— verwarming - verlichting 450,— 18,— Per saldo te betalen door de ondernemer aan de fiscus 3— 5.310, 690,— Het saldo in een bepaalde maand kan dus ook negatief zijn, hetgeen dan door de fiscus aan de ondernemer wordt teruggegeven. In dit stelsel krijgt de omzetbelasting in de administratie het karakter van ,,een doorlopende post" (aparte reke ning „omzetbelasting" openen), waarmee bij de calculatie van de eigenlijke kostprijzen geen reke ning behoeft te worden gehouden. De omzetbelasting zal door de ondernemer apart op de verkoopfacturen in rekening moeten wor den gebracht. Omdat iedere inkoopfactuur (goede- ren-kosten-investeringen), waarop apart de omzet belasting vermeld zal moeten zijn welke verrekend kan worden met de over de eigen omzet verschul digde omzetbelasting, een tax-bon voorstelt, zal aan de administratie van de ondernemer hoge eisen worden gesteld. Op overzichtelijke wijze dient een en ander te worden geadministreerd op dat gemakkelijk kan worden nagegaan welk bedrag aan belasting door de ondernemer per saldo zal zijn verschuldigd c.q. zal moeten worden terug ontvangen. banken Voor zover thans bekend is, zal de bestaande vrijstelling van prestaties door banken in de nieuwe 70

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 16