2. De invloed van de leeftijd Het is een bekend feit dat de hoogte van het inkomen afhankelijk is van de leeftijd van de in komentrekker. In de hier beschouwde uitkomsten van het Franse spaaronderzoek komt dit verband als volgt naar voren: marginale leeftijdsgroep spaarquote jonger dan 35 jaar 0,80 35 t/m 45 jaar 0,66 ouder dan 45 jaar 0,59 Deze uitkomsten tonen de grote spaarneiging van jonge agrariërs aan. Het streven hun bedrijf te verbeteren en te vergroten doet hen relatief weinig consumptief besteden. Daarnaast moet er ge spaard worden om de bestaande kredieten af te lossen. De ouderen daarentegen bezitten verhou dingsgewijs meer vermogen en voegen daar niet zoveel meer aan toe als de jongeren. 3. De invloed van de juridische status Vermoedelijk is de mate waarin men eigenaar is van het bedrijf van invloed op het spaargedrag. Het is denkbaar, dat bijvoorbeeld een eigenaar in verband met schuldverplichtingen een grote spaar- activiteit aan de dag legt, terwijl de spaarneiging van een pachter beïnvloed wordt door een streven naar onafhankelijkheid. In het onderhavige onderzoek kan deze invloed inderdaad worden bespeurd, zij het dat het verschil in spaardrang tussen degenen die eigenaar, dan wel pachter van een bedrijf waren, niet groot was. De marginale spaarquotes bedroegen namelijk 0,56 respectievelijk 0,61. 4. De invloed van de aard van het bedrijf De aard van het bedrijf is ongetwijfeld van in vloed op de vermogensstructuur van dat bedrijf. Zo bleek de spaarneiging in de veeteeltbedrijven over de gehele linie geringer te zijn dan in de ak kerbouwsector. Dit wekt weinig verbazing gezien het feit, dat het inkomensniveau in de veeteelt bedrijven lager lag, terwijl daarnaast het investe ringsniveau in de akkerbouwbedrijven en daarmee de spaarneiging hoger was. marginale Type bedrijf spaarquote graanteeltbedrijven 0,80 rundveehouderijbedrijven 0,49 pluimveehouderijbedrijven 0,31 tuinbouwbedrijven (incl. wijnbouw) 0,68 5. De invloed van de oppervlakte van het bedrijf Teneinde de invloed van de oppervlakte van het bedrijf op de besparingen te kunnen vaststellen, werd een vijftal afmetingen onderscheiden. Daar in het totaal aantal geënquêteerde bedrijven slechts een tiende deel groter dan 50 ha was, wordt er vanaf gezien daarvoor een uitkomst te geven. marginale Oppervlakte van het bedrijf spaarquote kleiner dan 14 ha 0,71 14-19 ha 0,48 20-27 ha 0,56 28-49 ha 0,53 65

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 11