man en paard uw mening over de Raiffeisen-Bode De redactie van dit blad, zoals iedere rechtge aarde redactie, is geïnteresseerd in haar lezers kring. Een aantal functionarissen van de Centrale Bank tracht iedere maand weer een naar inhoud en vorm goed verzorgd blad te presenteren. De redactie doet dat steeds met veel enthousiasme. Welhaast vanzelfsprekend rijzen nu en dan vragen. Bijv.: wat leest men graag?, wat vindt men van het blad?, wat zou men besproken willen zien in de toekomst? en dergelijke. Teneinde hierin enig inzicht te verwerven, besloot de redactie een telefonische enquête uit te laten voeren bij een aantal aangesloten banken. Dit aan tal kan indicatief worden geacht voor de organisa tie met betrekking tot de gestelde vragen. Het ging hierbij niet zozeer om exacte en vol ledige informatie, maar om een globaal inzicht, een indicatie. Op 20 december 1967 werd de enquête uitge voerd door enkele medewerkers van de afdeling Publiciteit. Een vijftal vragen werd op uniforme wijze gesteld aan 61 personen van 61 verschillen de banken. De steekproef werd willekeurig getrok ken uit een alfabetische naamlijst van de aangeslo ten banken. De samenstelling van de verschillende categorieën ondervraagden was met opzet zodanig gekozen, dat verhoudingsgewijs vooral voorzitters van het bestuur en directeuren sterk vertegen woordigd waren. De redactie meent namelijk, dat de Raiffeisen-Bode juist voor deze categorieën van zeer veel betekenis is. Daarnaast werden de vra gen gesteld aan bestuursleden en medewerkers van deze banken. De samenstelling van de groep ondervraagden was als volgt: bestuursleden 29, waarvan voorzitters 19 en se cretarissen 10 personeel 32, waarvan directeuren 21 en mede werkers 11. De eerste vraag luidde: ,,Hebt u de laatste Raif feisen-Bode gezien?" Als men op 20 december deze vraag stelt, dan kan het uitsluitend het november- 43

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 45