UIT HET LEVEN
van de Raiffeisen-Bode
De Raiffeisen-Bode staat aan het begin van de JOste jaargang.
Wanneer wij het welvarende uiterlijk, van de huidige Raiffeisen-
Bode %ien, kan men %ich haast niet voorstellen dat de geboorte
daarvan niet %eer voorspoedig is geweest.
Uit verslagen van de Centrale Bankuit stenografische verslagen
van Algemene Vergaderingen en uit toevalligebronnen komen
de volgende feiten naar voren.
7 april 1906 Het Bestuur van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht heeft de
eer te berichten, dat in de heden gehouden Al-
gemeene Vergadering van leden het voorstel
Leeuwarden O. en Z.K. betreffende de uitgave
van een Maand- of Weekblad vooralsnog is
aangehouden
16 mei 1908 Algemene Vergadering.
Aangaande het voorstel „Aalten" tot het op
richten van een eigen orgaan is besloten het
nieuwe Bestuur uit te nodigen in de eerstvol
gende Algemeene Vergadering prae-advies uit
te brengen.
(Tot leden van het Bestuur waren gekozen de
heren: Jhr. W. E. Bosch van Oud-Amelisweerd,
mr. M. W. L. S. Bilderdijk en F. A. R. A. Baron
van Ittersum)
24 april 1909 Uit het verslag van deze Alge
mene Vergadering blijkt dat
Primo
Secundo
Tertio
Quarto
Quinto
Sexto
Septimo Tot de oprichting van een eigen Or
gaan conform het prae-advies is besloten, met
deze wijziging, dat het tijdstip van aanvang aan
het Bestuur is overgelaten en dus niet op 1 juli
a.s. behoeft in te gaan.
2 mei 1912 Uit het nummer van deze datum,
dat helaas de enige in het archief van de Cen
trale Bank aanwezige voorloper van de Raif
feisen-Bode is, blijkt dat een aarzelend begin
werd gemaakt. Nadrukkelijk werd echter mede
gedeeld dat deze „Mededeelingen der Coöpera
tieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht" op
ongeregelde tijden zullen verschijnen en daar
schijnt men zich in ieder geval wel aan te heb
ben gehouden. Voor geïnteresseerden waren
losse nummers verkrijgbaar ad ƒ0,10 teneinde
kennis te kunnen nemen van de instructieve ar
tikelen:
Het Collectief contract inzake inbraak-diefstal-
verzekering.
Maximumbedrag der inlagen.
Eén persoon lid van meerdere boerenleen
banken.
De Vereeniging lid der boerenleenbank.
17 mei 1913 Volgens het stenografisch verslag
van de Algemene Vergadering van en naar aan
leiding van aldaar gehouden uitvoerige rede
voeringen, zegt de afgevaardigde van Nijbroek:
„Daarom zou ik de banken in overweging willen
33