rentie ondervinden, toch betekent dit geen funda
mentele wijziging, omdat het Nederlands landbouw
beleid als voorbeeld heeft gediend voor het Euro
pese. Het is inmiddels duidelijk geworden dat men
met alleen een markt- en prijsbeleid niet kan vol
staan. In de toekomst zal de nadruk steeds meer
op het structuurbeleid komen te vallen. Daarmee
zal het proces dat de laatste jaren opgang kwam
een vertrek van bedrijfshoofden uit de land
bouw en een begin van bedrijfsvergroting zich
ongetwijfeld in de komende jaren voortzetten. Het
zal dan tevens blijken dat land- en tuinbouw, even
als zij dat in het verleden hebben gedaan, een be
langrijke bijdrage zullen blijven leveren aan de ge
hele economische ontwikkeling en de stijgende
welvaart van ons land.
Ontwikkeling van enkele componenten van land- en tuinbouw
1920
mensen:
totale bevolking (min.) 6,9 7,9 8,9 10,2 11,6 13,0
boeren (x 1.000)* 212 215 227 231 217 197
vreemde arbeiders (x 1.000) 221 215 205 187 109 85
landbouwers als beroepsbevolking 22,9 20,1 19,0 16,0 10,5 9,5
grond:
oppervlakte cultuurgrond (x 1.000 ha) 2183,7 2257,4 2324,3 2505,4 2559,0 2500
trekkracht:
paarden (x 1.000) 300 304 311 253 186 100
trekkers (x 1.000) 24,5 82,1 125,0
veestapels:
runderen (x 1.000) 2132 2396 2781 2726 3507 3700
varkens (x 1.000) 1734 1940 1539 1864 2955 4000
hoenders (x 1.000.000) 22,3 26,4 39,2 24,0 42,4 41,0
opbrengsten:
wintertarwe (kg/ha) 2700 3000 3200 4000 4500 5000
cons. aardappelen (ton/ha) 16 17 20 24 27 29
suikerbieten (ton/ha) 31 33 38 40 45 48
melk (kg/koe) 2800 3000 3400 3800 4150 4250
kunstmest:
stikstof (kg/ha) 44 67 97 135
fosfor (kg/ha) 46 51 49 50
kali (kg/ha) 50 66 60 60
ramingen
bronnen: L.E.I. en C.B.S.
17