De vijftigste verjaardag van de Raiffeisen-Bode
geeft ons een mooie gelegenheid de ontwikkelin
gen in de land- en tuinbouw in de afgelopen halve
eeuw eens de revue te laten passeren. Het zal
blijken dat er reeds veel is veranderd, maar dat de
ontwikkeling nog in volle gang is. Deze eeuw heet
de eeuw van de techniek.
De uit de technische ontwikkeling voortkomende
industriële revolutie heeft niet nagelaten haar stem
pel ook op de land- en tuinbouw te drukken. Daar
naast speelden oorlogen met de daaruit voortvloei
ende economische verwikkelingen een rol. Een
derde factor, die de agrarische sector sterk heeft
beïnvloed, was de economische crisis van de der
tiger jaren. Uit de toen bestaande nood zijn tal van
overheidsmaatregelen voortgekomen, waarvan de
principes ten dele nog in onze huidige wetgeving
zijn terug te vinden.
de eerste wereldoorlog tot de dertiger jaren
Toen de eerste Raiffeisen-Bode het licht zag,
woedde over Europa de eerste wereldoorlog. Ne
derland was hier als neutraal land niet rechtstreeks
bij betrokken, maar ondervond wel degelijk de ge
volgen. De handel met andere landen stagneerde,
waardoor de landbouw de eigen bevolking uit eigen
middelen moest voeden. Kunstmest werd schaars
en graan kon niet meer goedkoop geïmporteerd
worden. In die tijd lag derhalve het accent van de
landbouwproduktie op primaire produkten als gra
nen, aardappelen, suikerbieten en melk; veel min
der op vlees en zuivelprodukten. Als gevolg van
de schaarste lagen de prijzen op een hoog niveau.
Vlak na de eerste wereldoorlog bleef deze si
tuatie enkele jaren bestaan, maar door een hoger
kunstmestgebruik namen de opbrengsten toe, waar
door de prijzen lager werden. Dit ging gepaard met
een toenemen van de graanproduktie overzee. In
1921 tekende zich hierdoor een scherpe prijsdaling
af. Het algemene economische herstel rond 1924
bracht daarna weer een kortstondige prijsstijging
voor de landbouw mee, maar mede hierdoor liepen
de lonen op, waardoor de marges kleiner werden.
De boeren reageerden hierop met verdere uit
breiding van de produktie, onder andere door ver
edeling. De zomer van 1928 was daarbij uitzonder
lijk mooi, zodat men toen op het gehele noordelijk
halfrond met enorme oogsten en als gevolg daar
van met zeer grote overschotten kwam te zitten.
Dit tezamen met de beurskracht in New York van
oktober 1929 leidde tot de grote crisis van de der
tiger jaren.
de grote crisis
Voor die tijd was de Nederlandse overheid, ver
geleken met die van vele andere Europese landen,
passief gebleven ten aanzien van de land- en tuin
bouw, zowel op het gebied van het markt- en prijs
beleid als op dat van het structuurbeleid. Door de
grote crisis van de dertiger jaren werd men nu
echter gedwongen in te grijpen, ook al omdat de
ons omringende landen dit reeds deden, waardoor
de export snel terugliep. Men liet dan ook de pas
sieve houding varen en ging over op een complex
van maatregelen, dat erop gericht was de eigen
landbouw te helpen. De graanboeren werden ge
steund door een mengplicht met inlands graan
voor de broodbereiding en een richtprijs, die door
subsidies werd ondersteund.
In 1931 werden ook subsidies ingevoerd voor het
verbouwen van aardappelen en suikerbieten, terwijl
in 1932 ingrijpen noodzakelijk werd in de vee- en
vleessector. Men trachtte de aantallen vee te be
perken door slachtverordeningen en limitering van
de aantallen aan te houden kalveren en biggen. Uit
deze tijd stammen ook de Tarwewet, de Crisiszui-
velwet, de Crisisvarkenswet en de Crisispachtwet.
Tevens begonnen de tuinders bij een te groot aan
bod van groente en fruit een gedeelte daarvan door
te draaien, om zodoende voor het overige wel een
redelijke prijs te krijgen. De overheid steunde dit
toentertijd met subsidies.
Met al deze maatregelen trachtte men de prijzen
op een enigszins dragelijk peil te houden en de
boeren en tuinders een redelijk inkomen te laten
verdienen. De Landbouwcrisiswet van 1933, waarin
vele aparte verordeningen werden ondergebracht,
gaf de overheid het recht crisisprodukten aan te
wijzen en daarvoor produktie- en marktregelend
15