dig exposé over de mate van geïnformeerd zijn en
de rentegevoeligheid van verschillende categorie-
en spaarders.
Het best geïnformeerd over de spaarrente-
tarieven bleken de zelfstandigen, personen met
een hoog inkomen en de ouderen. Veel hangt ook
af van de landaard. Professor Schmölders verge
leek in dit verband de inwoners van Hessen met
die van Beieren. Naarmate de geïnformeerdheid en
de belangstelling toenemen groeit het reactiever
mogen.
De rentegevoeligheid van de gemiddelde spaar
der werd ook door de spreker niet erg hoog ge
acht. Alleen bij een hoog spaarrenteniveau zou de
gevoeligheid toenemen. Professor Schmölders
achtte de rentevoet nauwelijks een doelmatig in
strument om besparingen aan te moedigen en naar
de spaarrekeningen te leiden. Spreker merkte in dit
verband op, dat enkele grote Duitse banken in hun
advertenties niet langer wijzen op de hoge rente
vergoeding, maar aandacht vragen voor hun dien
stenpakket.
Ten aanzien van het premieren van besparingen
wees spreker op de resultaten van een enquête,
ingesteld door zijn medewerkers. Hieruit bleek, dat
83 van de ondervraagden middelen uit andere
tegoeden naar gepremieerde spaarrekeningen had
overgeboekt. In Zweden waren de uitkomsten van
een soortgelijke enquête nog ongunstiger.
De Spaanse bijdrage kwam van de heer Barrera-
de Irimo, oud-secretaris-generaal van het minis
terie van Financiën. Deze besprak de invloed van
de belastingen op het sparen. Spreker gaf een
heldere uiteenzetting over de gecompliceerdheid
van verschillende belastingsystemen en de uiteen
lopende gevolgen van diverse maatregelen. Ten
slotte drong hij aan op een duidelijk structureel
beleid.
De volgende spreker, de heer De Fouchier van
de Compagnie Bancaire de France, schetste voor
zijn toehoorders het beeld van de moderne maat
schappij, waarin de jongere generatie zich dank
zij consumptief krediet allerlei comfort kan veroor
loven. Het is de oudere generatie die het vermogen
vormt voor deze kredietverlening.
Het consumptieve krediet dwingt de mensen tot
periodieke betalingen. Op deze wijze wordt voor
de toekomst ruimte gecreëerd voor het verrichten
van regelmatige besparingen.
bouwsparen
Professor Scheffer richtte de aandacht op een
bijzondere vorm van doelsparen, namelijk het spa
ren voor het eigen woonhuis. Spreker zag het wo-
ningbezit als een belangrijk spaarmotief, dat de
spaarder dwingt regelmatig te sparen.
Vervolgens werd stilgestaan bij de verschei
denheid van bouwspaarinstellingen in de Angel
saksische landen en in Europa. Naast gespeciali
seerde Bausparkassen zijn er veel spaarinstel-
lingen, die liquide besparingen transformeren in
langlopende uitzettingen ten behoeve van de wo
ningbouw.
Professor Scheffer memoreerde de scherpe con
currentie, die zich bij het aantrekken van kapitaal
marktmiddelen kan voordoen. Wanneer de woning-
bouwfinanciering hierbij gevaar loopt, kan het
noodzakelijk worden besparingen ten behoeve van
de woningbouw te bevorderen. West-Duitsland,
Oostenrijk en Frankrijk kennen speciale overheids
maatregelen ter stimulering van het sparen voor
de eigen woning.
Gezien het feit dat de gangbare rente- en aflos-
singslasten veelal te hoog zijn voor een grote
groep van de bevolking, bepleitte professor Schef
fer het introduceren van overheidssubsidies.
Spreker toonde zich een groot voorstander van
het invoeren van vormen van bouwsparen. Hier
door ontstaat een zo groot mogelijke verscheiden
heid van spaarvormen. De bestaande spaarin-
stellingen kunnen deze spaarvorm toevoegen aan
hun scala van mogelijkheden.
De laatste sprekers van deze studiedagen waren
de heer Padoa uit Triest, die aandacht schonk aan
de betekenis van het verzekeringswezen als bron
van besparingen op lange termijn, de Fransman
421