spaarresultaten bij de verschillende spaarinstellingen
Bedragen x f 1 miljoen
Oktober
Spaarverschil
Spaartegoed
31 okt.
Inlagen
Terug
betalingen
oktober
november
jan. t/m okt.
bedrag
19S7
Raiffeisenbanken Utrecht
Boerenleenbanken Eindhoven
Rijkspostspaarbank
Algemene spaarbanken
Handelsbanken en overige
263,5 200,8
204.7 172,9
117.8 109,3
375,4 347,5
62,7 50,6 460,3
31,8 29,9 314,8
8,5 5,4 159,8
27,9 436,9
30.3 757,3
5.820,8 24,0
3.776.7 15,6
4.651.1 19,2
6.143.2 25,4
3.837.8 15,8
Totaal
161,0 +2.127,8
24.229,6 100,0
1966
Raiffeisenbanken Utrecht
Boerenleenbanken Eindhoven
Rijkspostspaarbank
Algemene spaarbanken
Handelsbanken en overige
237,2 192,3
170,7 154,7
100,9 106,2
293,7 296,0
44,9 45,4 305,7
16,0 27,1 198.2
5,3 1,7 111,2
2,3 29,3 340,9
15,6 4,5 301,4
5.141,0 24,1
3.310.2 15,5
4.320.3 20,3
5.461,8 25,7
3.061.4 14,4
Totaal
37,7 +104,6 +1.257,4
21294.7 100,0
kanttekeningen bij de cijfers
De toevertrouwde middelen namen in oktober met 57,7
miljoen toe, hetgeen voor deze maand vrij normaal is.
Wel lag het spaaroverschot met f 62,7 miljoen op een hoog
niveau, doch de creditsaldi in rekening-courant namen met
f 5,0 miljoen af, hetgeen voor oktober ongebruikelijk is.
De uitzettingen namen in genoemde maand met het vrij forse
bedrag van f 54,9 miljoen toe.
Deze stijging bedroeg in de vijf voorafgaande jaren gemid
deld f 38,6 miljoen.
Slechts f 2,8 miljoen var de aanwas der toevertrouwde
middelen is niet uitgezet. Dit bedrag overtreft weliswaar dat
van vorig jaar, toen er een tekort was van f 6,6 miljoen, maar
blijft achter bij het saldo dat in de jaren 1962 t/m 1965
gemiddeld in oktober werd bereikt. In die jaren overtroffen
de toevertrouwde middelen de uitzettingen met gemiddeld
f 20,1 miljoen.
Gedurende de eerste tien maanden namen de middelen met
het recordbedrag van f 632,1 miljoen toe. Dit is 76 meer
dan gemiddeld in de vijf voorafgaande jaren werd geboekt.
Voor da uitzettingen bedroeg dit percentage 22.
Wat de spaarresultaten in oktober bij de andere spaarinstel
lingen betreft, kan opgemerkt worden, dat ook daar van een
aanzienlijke verbetering ten opzichte van 1966 sprake is.
Sinds januari van dit jaar is het spaartegoed bij de Utrechtse
organisatie met 8,6 toegenomen.
Voor de Eindhovense organisatie bedroeg dit percentage
9,1, voor de R.P.S. 3,5 en voor de Algemene Spaarbanken
7,7.
De voorlopige spaarresultaten voor november zijn in boven
staande tabel opgenomen.
413