de producenten van onze tijd moet verwachten dat zij over deze dingen werkelijke zeggenschap willen hebben en dat zij hun coöperatie daarin actief op stellen. Ook in de andere takken van bedrijf dient zich voor de coöperatie de taak aan van markt en boer derij met elkaar in contact te houden. Het industriële aspect van het coöperatieve op treden moeten we niet uit het oog verliezen. Door zijn coöperatie is de boer op verschillend gebied industrieel geworden. De boer aanvaardt met het betreden van het in dustriële terrein een risico, dat we geenszins mo gen geringschatten. De aansprakelijkheid is nog steeds een belangrijk onderdeel van de coöpera tieve constructie die in de landbouw gangbaar is. De leveringsplicht is een andere pijler. En dan is er nog de afnameplicht. Over elk van deze punten wil ik iets zeggen. aansprakelijkheid De aansprakelijkheid der leden neemt bij de co- operaties de plaats in van het risicodragende kapi taal van de aandeelhouders bij de n.v. Nu verschilt de positie van het lid van een coöperatie in dit op zicht hemelsbreed van die van de gewone aandeel houder van een n.v. Een werkelijk bedrijfsbelang brengt de agrarische ondernemer tot zijn lidmaat schap. Van de aandeelhouder kan men zeggen dat hij het aandeel koopt om uit de zuivere belegging voordeel te behalen. Ook een zeer respectabel mo tief. Behalve echter met leden en aandeelhouders hebben we ook nog te maken met de onderne mingen zélf, coöperatie en n.v. Een financiering met risicodragend kapitaal is voor beide onont koombaar. Bij de coöperatie kan de aansprakelijk heid geheel of gedeeltelijk een financiering met leenkapitaal mogelijk maken. Maar het risico-ele ment blijft bestaan. Ondernemingen moeten over reserves beschik ken-, ook de coöperatieve onderneming. Een be langrijk aspect van reserves bij coöperaties is, dat men er een buffer in kan zien tussen het risico van de onderneming en het aansprakelijke lid, zeer nuttig in dit opzicht. Een beroep op de aansprake lijkheid zal immers meestal ongelegen komen. Sommigen dragen de mening uit, dat, als de re serves maar groot genoeg zijn, de aansprakelijk heid geheel kan worden gemist en dat men daar naar moet streven. Ik kan deze opvatting niet dolen. Het is voor een onderneming van groot belang over een zekerheid te kunnen beschikken, die bui ten het bedrijf staat. Zo'n zekerheid is de aanspra kelijkheid der leden. Deze komt ten goede aan de kredietwaardigheid. Ik ben verder van oordeel, dat de zeggenschap van de leden, het overleg van het bestuur met de leden in belangrijke beleidszaken beter tot hun recht komen als de leden daarin staan opgesteld met een aansprakelijkheid die van betekenis is. We zijn het er toch over eens, dat we, wat het mede leven van de leden betreft, niets meer moeten prijsgeven. leveringsplicht Dan is er de leveringsplicht. Daarover lopen de gedachten minder uiteen. De verplichte levering van agrarische produkten door de leden aan coöpe ratieve verwerkende industrieën melk, suiker bieten, fabrieksaardappelen, stro van tuinbouw- produkten aan veilingen, is een algemeen aanvaar de zaak. Dat loopt goed als de coöperatie een ster ke positie op de grondstoffenmarkt heeft, zoals doorgaans het geval is. Dan kan de coöperatie zich ook wat voorzichtig opstellen met de prijs zetting. Als de markt echter door een felle strijd om de grondstoffen wordt gekenmerkt, moet de coöperatie met haar prijszetting de markt volgen en heeft een leveringsplicht veel minder betekenis. afnameplicht De afnameplicht kan meestal niet gehandhaafd worden. Het enige voorbeeld van strikte toepas sing dat ik ken, is de kunstmestafname door de leden van E.N.C.K., maar in de coöperatieve aan koopverenigingen is de afnameplicht een dubieuze zaak om het maar zacht uit te drukken. Daarmede heb ik nog niets ten nadele van de trouw der leden 404

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 10