1967 record aan spaargeld Wat betreft de aanwas van de toevertrouwde middelen in 1967, kan volgens de heer Verhage gesproken worden van een record. De spaargel den namen bij de raiffeisenbanken toe met f400 miljoen, waarmede het record van 1963, dat op 300 miljoen stond, met 100 miljoen werd ver beterd. De verhoogde spaarzin bij particulieren en bij het bedrijfsleven vormt een weerspiegeling van de aarzeling in de conjunctuur. Ten aanzien van de herkomst van het spaaroverschot van ƒ400 mil joen merkte de heer Verhage op, dat 53 afkom stig is uit de stedelijke en semi-stedelijke sfeer en 47 van het platteland. Ultimo september be droeg het totale spaartegoed 5,7 miljard. Te zamen met de girale gelden kunnen de toever trouwde middelen worden gesteld op 6,6 miljard. persoonlijke lening Sprekende over de uitbouw van het diensten assortiment, kondigde de voorzitter van het Be stuur van de Centrale Bank aan, dat de Raiffeisen- organisatie in november de mogelijkheid zal ope nen voor het verkrijgen van persoonlijke leningen ten bedrage van ƒ500,tot 5000,met een looptijd welke varieert van 6 tot 24 maanden. De heer Verhage noemde het in overeenstemming met de doelstellingen van de Raiffeisenorganisatie, dat bij het verstrekken van persoonlijke leningen aandacht wordt geschonken aan het evenwicht in het gezinsbudget van de kredietnemer. ontwikkeling in Friesland Daar de persconferentie in Leeuwarden werd gehouden, achtte dr. Verhage het juist ook de schijnwerper te richten op de gang van zaken bij de Friese raiffeisenbanken, welke hij zeer be vredigend noemde. De toeneming van de spaar gelden in Friesland bedroeg in de laatste vijf jaar ruim 62 tegen een percentage van de gehele organisatie van 60,8. Het totaal van de aan de Friese raiffeisenbanken toevertrouwde spaargelden bedroeg op 31 augus tus ruim 600 miljoen. Spreker wees er in dit ver band op, dat, hoewel de spaargelden en de saldi in rekening-courant op korte termijn, voor het groot ste deel zelfs dagelijks opvraagbaar, aan onze or ganisatie worden toevertrouwd, deze voor een be langrijk deel gebruikt worden voor financieringen op langere en lange termijn. Hij achtte dit alleen verantwoord wanneer, over de gehele organisatie bezien, een betrekkelijk hoog percentage van de middelen liquide wordt aangehouden of zodanig wordt belegd, dat de liquiditeit te allen tijde ver zekerd is. Dat de Friese banken desondanks zeer actief zijn in de kredietverlening, blijkt wel uit de ƒ426 miljoen aan uitzettingen ultimo augustus. Bij het bezien van de totale kredietverlening in Friesland moet bovendien in ogenschouw worden genomen, dat door de Centrale Bank ook Friese agrarische coöperaties worden gefinancierd, tot een bedrag van 48 miljoen. Daarnaast wees de heer Verhage op het feit, dat de Centrale Bank nog andere coöperaties financiert, welke ook voor Friesland van belang zijn. samenwerking met het O.B.F. Na aldus een overzicht te hebben gegeven van de ontwikkeling in de Raiffeisenorganisatie vroeg de voorzitter van de Centrale Bank de aandacht van de pers voor de bereikte samenwerking met het O.B.F. Tot de uitbreiding van het dienstenassortiment behoort ook, dat de raiffeisenbanken zich in toe nemende mate bezighouden met de assurantie bemiddeling. Daartoe zijn relaties met goede ver zekeraars onontbeerlijk, speciaal ook met verzeke raars, die vanouds een vertrouwde naam hebben onder de cliënten van onze organisatie. Spreker noemde het daarom verheugend, dat twee belang rijke op onderlinge/coöperatieve basis werkende organisaties, die beide op grote schaal zakelijke en persoonlijke relaties met het agrarisch deel van de bevolking onderhouden, elkaar op het terrein van de assurantiebemiddeling hebben gevonden. Hiermede is de weg geopend tot een praktische samenwerking tussen twee naar geest en historie verwante organisaties. Waar de ene organisatie streeft naar passende krediet- en spaarvormen, is een natuurlijk raakvlak voor handen en zal een samenwerking goede perspectieven bieden. Een exclusieve positie kan evenwel aan het O.B.F niet 384

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 34