voortzetting structuurbeleid gewaarborgd evenwichtige groei nationale economie ook van belang voor land- en tuinbouw B.T.W.-stelsel biedt voordelen. De doelstellingen die aan het landbouwbeleid ten grondslag liggen, zijn onverminderd gericht op een verantwoorde bijdrage van de Nederlandse land- en tuinbouw aan de economische ontwikke ling van ons land en op de verbetering van de levensomstandigheden van hen, die in de agra rische bedrijfstak werkzaam zijn. Aldus minister Lardinois in het eerste officiële regeringsstuk waarin een nadere uiteenzetting wordt gegeven van het beleid dat de nieuwe met de zaken van de landbouw belaste bewindsman voor ogen staat. In de Memorie van Toelichting op de landbouwbegroting voor 1968 wordt uiteengezet hoe het bedrag van 860 miljoen, dat de gewone dienst van deze begroting beloopt, met nog eens f 116 miljoen voor de buitengewone dienst, zal worden besteed. Dat is ongeveer 10 van de bru- to-produktiewaarde van de Nederlandse landbouw, of rond 400,per ha cultuurgrond. Een belang rijk deel van dit bedrag wordt gebruikt voor de voortzetting van het structuurbeleid, met als voor naamste begrotingsposten: ruilverkaveling, ontwik- kelings- en saneringsfonds, onderzoek, onderwijs en voorlichting. Nu de uitgaven van de landbouwbegroting in ver gelijking met 1967 zelfs nog met een dikke hon derd miljoen zijn gestegen en de begroting de voortzetting verzekert van een landbouwbeleid dat de structurele aanpassing in het bedrijfsleven be oogt te ondersteunen, kan men constateren dat deze begroting in de kringen van de georgani seerde landbouw in het algemeen gunstig is ont vangen. inflatie bestrijden De bewindsman legt er in de Memorie van Toe lichting de nadruk op, dat land- en tuinbouw voor al belang hebben bij een evenwichtige groei van onze nationale economie. Het markt- en prijsbeleid is immers een gemeenschappelijke zaak van de E.E.G. geworden. Daarom is onze landbouw er bij uitstek mee gebaat als de kostenontwikkeling zich niet ongunstig onderscheidt van die in andere E.E.G.-landen. „Men kan in redelijkheid niet ver wachten, dat de gemeenschappelijke landbouwprij zen zullen worden afgestemd op het peil van de kosten per eenheid produkt in het land dat de sterkste inflatoire ontwikkelingen vertoont", aldus minister Lardinois. Hij is verder van mening, dat de ondernemer zelf de eerste verantwoordelijkheid moet dragen bij de keuze uit de mogelijkheden, die de technische en economische ontwikkelingen hem bieden. structurele ontwikkeling De minister van Landbouw is van mening dat de structurele ontwikkeling waarin de landbouw zich 325

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 7