WIT ONS BEZIGHOUDT WA AR BORG INSTITUTEN Op verzoek van het dagelijks bestuur van het Landbouwschap heeft het bestuur van het Borg stellingsfonds voor de Landbouw besloten in be ginsel de mogelijkheid tot het verlenen van kre dietgaranties ten behoeve van tuinbouwbedrijven uit te breiden tot 100 Deze kredietgarantie werd reeds verleend in de sector akker- en weidebouw. Een en ander houdt in dat het voortaan niet meer noodzakelijk is de provinciale waarborginstituten voor de tuinbouw voor nieuwe garantieaanvragen in te schakelen. Het voordeel hiervan is, dat de be handelingsprocedure van de aanvragen, waarvoor tot dusver een waarborginstituut moest worden in geschakeld, in belangrijke mate wordt vereenvou digd. Als een bijkomend voordeel kan worden ge zien, dat het Borgstellingsfonds, in tegenstelling tot de waarborginstituten, geen premie heft over de gegarandeerde bedragen. De waarborginstituten zullen voorlopig wel blij ven bestaan, aangezien de nog lopende verplich tingen niet door het Borgstellingsfonds worden overgenomen. In verband hiermede zal ook de pre mieheffing over de financieringen die door de waarborginstituten zijn gegarandeerd, worden voortgezet. VOORLICHTING BESTUUR EN RAAD VAN TOEZICHT Het stemt tot voldoening wanneer bepaalde ini tiatieven een zodanige belangstelling ontmoeten, dat gezegd mag worden, dat zij in een behoefte voorzien. Dit was zeker het geval met de bijeen komsten, welke de laatste jaren werden georgani seerd voor leden van bestuur en raad van toezicht van aangesloten banken. Op deze bijeenkomsten werden actuele onderwerpen toegelicht en bespro ken. De bedoeling was de bestuurderen voorlich ting te geven en het hun mogelijk te maken de verantwoordelijkheid die hun functie medebrengt, beter te kunnen dragen. In het bijzonder mogen de activiteiten worden genoemd, welke door de instituten voor landbouw coöperatie op dit gebied zijn ontwikkeld. De behoefte aan voorlichting op dit terrein wordt steeds algemener gevoeld. De Centrale Bank houdt zich ook ernstig bezig met de vraag hoe het te realiseren zal zijn de initiatieven, welke streeks gewijze zijn ontwikkeld, zodanig uit te breiden, dat het activiteiten worden waarvan al onze banken zullen kunnen profiteren. Ook het feit, dat in het Rapport 1966 melding wordt gemaakt van de wenselijkheid voorlichting te geven aan bestuursorganen, onderstreept de noodzaak in deze richting verder te gaan. Dit alles heeft ertoe geleid, dat met de instituten voor landbouwcoöperatie contact is opgenomen over de voorbereiding van conferentiedagen voor onze bestuursfunctionarissen. Aan de uitwerking van de programma's voor deze dagen wordt hard gewerkt, en het is te verwachten, dat in het ko mende winterseizoen op bescheiden schaal zal kunnen worden begonnen met het beleggen van enkele conferentiedagen voor een beperkt aantal groepen in de werkgebieden van de instituten. Op deze eerste dagen zal met name de bestuursfunc tie bij een raiffeisenbank aan de orde worden ge steld. Wanneer blijkt dat wij met de organisatie van deze dagen op de goede weg zijn, zal in vol gende jaren een verdere uitbouw van deze activi teiten mogen worden verwacht. Het verheugt ons, dat de uitvoering van deze conferentiedagen kon worden toevertrouwd aan instituten voor landbouwcoöperatie. Met enige spanning wordt de start van deze dagen tegemoet gezien. 323

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 5