r
afscheid
Op 28 september neemt de heer D. Snater af
scheid van de bank in verband met het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd.
De heer Snater trad in augustus 1922 in dienst
van de bank. Behoudens de korte tijd dat hij lei
ding gaf aan de afdeling Boekhouding, is hij steeds
in de inspectie werkzaam geweest.
Sedert 1949 vervulde de heer Snater echter een
dubbele functie, naast rayoninspecteur was hij
tevens directeur van het bijkantoor Groningen. In
deze beide functies heeft hij zich in de stad en in
de provincie Groningen vele goede vrienden ge
maakt en tevens uitstekend werk verricht voor
onze organisatie.
Bij zijn 40-jarig jubileum in 1962 kwam dit tot
uiting in een grootse huldiging.
Wij wensen de uiterlijk en innerlijk nog jeugdige
heer Snater het allerbeste voor de toekomst.
1 miljoen in ruim anderhalf jaar
Ruim 11/2 jaar na het overschrijden van de 4-
miljoengrens passeerden de spaargelden van de
bank te Brummen de 5 miljoen. Het eerste mil
joen werd volgemaakt in de loop van 1959, het
tweede miljoen in januari 1962, terwijl daarna voor
het derde en vierde miljoen steeds 2 jaar nodig
was.
produktiestijging en consumptiedaling resulteert in groter
agrarisch exportoverschot
sterk uitbreidende wereldbevolking vraagt meer en beter
voedsel;
groter areaal, hogere opbrengsten.
Van oudsher is het de grote en grootse taak van
de landbouw te voldoen aan de eerste levensbe
hoeften van de mens. Het is de trots van de Ne
derlandse boeren en tuinders dat zij er niet alleen
in zijn geslaagd te voorzien in de voeding van het
dichtstbevolkte land ter wereld, doch dat zij daar
naast ook een belangrijke bijdrage kunnen leveren
aan het behoud en de verbetering van onze volks
welvaart. Immers, door de zo belangrijke agrarische
export komen betaalmiddelen beschikbaar voor de
import van grondstoffen voor onze industrie, ter
wijl ook het hele vervoerwezen en de havenacti
viteit in belangrijke mate zijn gericht op de aan- en
afvoer van agrarische produkten. Bovendien ver
schaffen land- en tuinbouw een bestaansmogelijk
heid aan de in de levensmiddelenindustrie en het
distributie-apparaat werkzame bevolking. Deze
prestatie wordt geleverd op een klein stukje grond,
waaraan voor woon- en werkruimte, voor industrie
vestiging en wegenaanleg en ook voor recreatie
een steeds groter wordende oppervlakte wordt
onttrokken.
Ondanks het feit dat de agrarische bevolkings
groep sterk is gedaald in de laatste twintig jaar
van ongeveer 20 tot nog slechts 9 van de
beroepsbevolking of in aantallen van 535.000 per
sonen in 1947 tot 361.000 in 1967 is de produk-
294