zijn schuld voor zeer zware uitgaven komt te staan,
kan in principe een beroep op hulp bij de S.H.P.R.
worden gedaan.
In een apart regiementje zijn door het bestuur
richtlijnen vastgesteld, die duidelijk maken aan
welke ,,zeer bijzondere omstandigheden" en welke
„zware financiële lasten" gedacht wordt. Precies
is dat overigens niet aan te geven, want het ene
geval zal vermoedelijk geheel andere aspecten
hebben dan het andere. Het gaat om hulp bij een
calamiteit, d.w.z. bij iets wat voor de persoon in
kwestie min of meer een financiële ramp is. Wij
noemen in dit verband als voorbeeld het geval,
waarin de moeder van een groot gezin langdurig
ziek is, waardoor (kostbare) huishoudelijke of ver
pleeghulp nodig is. Ook is te denken aan een we
duwe, die met studerende kinderen achterblijft en
ondanks een goed weduwenpensioen, de kosten
voor de studie van de kinderen niet meer kan dra
gen.
Het zal duidelijk zijn, dat de calamiteitenregeling
geen „potje" is, waaruit iedereen zo maar kan put-
De overige bestuursledenv.l.n.r.
de heren L. A. M. Elenbaas, R. D. W. Nanninga,
Z. Toet, A. R. van Dam, A. Schipper en W. Montagne.
301