ginnings- en landbouwmethoden, dus nog onge acht de produktie van voedsel uit plankton, uit algen of de voortbrenging van volkomen synthe tische produkten. Een vergroting van de landbouwproduktie is in de eerste plaats mogelijk door uitbreiding van het areaal. Vooral in de minder dichtbevolkte delen van de wereld zijn nog enorme oppervlakten grond, die bruikbaar zijn of bruikbaar gemaakt kunnen worden, beschikbaar. De oppervlakte die nog in cultuur kan worden gebracht, schijnt nog bijna driemaal zo groot te zijn als die welke nu reeds in gebruik is. De grote reserves liggen in Canada, Zuid-Amerika, Afrika en Australië. Daarnaast is er de mogelijkhid van een belang rijke verhoging van de opbrengst per ha. Wanneer men bedenkt dat de laatste 30 jaar de bodempro- duktie in de Verenigde Staten op dezelfde opper vlakte ongeveer verdubbeld werd en dat de hec tare-opbrengst in een land als Nederland, dank zij een intensieve bewerking en een hoog kunstmest- verbruik, belangrijk hoger ligt dan in andere landen met ongeveer dezelfde natuurlijke omstandigheden, dan is het zeker gerechtvaardigd te veronderstel len dat de produktie van de thans in gebruik zijnde cultuurgrond nog heel goed met 50 of meer kan worden verhoogd. Met behulp van nematiciden, herbiciden, fungiciden, insecticiden en pesticiden kan men tal van insekten en onkruiden, die thans nog onnoemelijk veel schade aanrichten, de baas blijven. De technische mogelijkheden voor fabri cage van deze bestrijdingsmiddelen, als ook van de kunstmestfabricage zijn dank zij de ontwikkeling van de chemische wetenschap ruim voldoende voorhanden. De meest beperkende factor voor de verhoging van de landbouwproduktie vormt waarschijnlijk nog de voorziening met zoetwater, doch de moge lijkheden hiervoor zijn praktisch onbeperkt aanwe zig. De investeringen voor het ontsluiten van nu nog vrijwel onbereikbare gebieden en het ontgin nen van de maagdelijke gronden, waarbij irrigatie van te droge en ontwatering van moerassige gron den noodzakelijk is, vergen enorme bedragen. Daarom zal men het in de eerste plaats moeten zoeken in een produktieverhoging op de reeds in gebruik zijnde gronden. Uit het bovenstaande kan blijken, dat Moeder Aarde volgens de klassieke methoden in de komen de decennia voldoende voedsel voor de groeiende wereldbevolking kan voortbrengen. Het is hierbij vooral echter de vraag in hoeverre de mogelijk heden tot produktie-uitbreiding ook daadwerkelijk kunnen worden benut. Vooral in de ontwikkelings landen liggen grote mogelijkheden. Er is in deze landen weinig kapitaal, waardoor, gezien ook het gebrek aan kennis, de produktivi- teit gering is. Bovendien zijn de transportmoge lijkheden veelal zeer beperkt. Door de geringe koopkracht is het voedingsniveau laag en dat heeft weer een ongunstige invloed op de arbeidskracht waardoor de produktiviteit wordt afgeremd. Er is bovendien onvoldoende technische voorlichting en als die er wel is, heeft deze weinig effect door de ongeletterdheid van de boeren. Handel en verwer king zijn slecht georganiseerd en eisen een groot deel van de opbrengst op. Het is de taak van de westerse wereld de land bouw in deze gebieden te helpen bevorderen. Niet alleen ter verbetering van de voedselvoor ziening in die landen zelf, maar ook omdat deze landen door export naar de ontwikkelde gebieden deviezen moeten verdienen om daarmee machine- riën e.d. te kunnen aankopen. In de te stichten in dustrieën kunnen dan degenen, die door de verbe terde landbouwmethoden vrij komen, werk vinden. Wij hopen in een volgende kroniek nog eens op de hieraan verbonden moeilijkheden en mogelijk heden in te gaan. 298

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 12