een nadere motivering te geven, wijst er, naar het
dr. De Hoogh voorkomt, al op dat de economische
doelmatigheid van deze organisatie van de produk-
tie niet zo onomstootbaar vaststaat als men wel wil
doen voorkomen. Steun aan de landbouw door prijs
verhogende maatregelen vormt geen belemmering
voor de vestiging of ontplooiing van andere dan de
traditionele ondernemingsvormen.
Het is dan ook weinig aannemelijk dat de markt
en prijspolitiek de levensvatbaarheid en de duur
zaamheid van de gezinsbedrijfstructuur van de land
bouw relatief zou hebben versterkt.
Ook aan het structuurbeleid kan men moeilijk een
conserverende invloed met betrekking tot de gang
bare ondernemingsvorm toeschrijven. Het gezins
bedrijf moet haar duurzaamheid dus ontlenen aan
de specifieke technische relaties in het agrarisch
produktieproces, of aan de economische eigenaar
digheden van de persoonlijke onderneming, of aan
een combinatie van beide factoren.
verhouding tussen kosten en opbrengsten niet we
zenlijk verschillend
Empirische gegevens over de relatie bedrijfs-
grootte, produktiekosten en opbrengsten zijn niet
of nauwelijks beschikbaar. Wel wordt algemeen aan
genomen dat deze produktiefunctie een vrij lineair
verloop heeft. Dit komt doordat de produktie op
grote schaal in de landbouw, anders dan in indu
striële takken van produktie, in elk geval geen grote
kostenvoordelen ten opzichte van kleine eenheden
oplevert, vanwege de geringe mogelijkheden van
arbeidsspecialisatie en arbeidsdeling in de land
bouw. Een tweede factor is de onontkoombare ruim
telijke uitgestrektheid van het agrarisch produktie
proces, voor zover het bodemgebonden produkten
betreft, waardoor overbrugging van afstand een re
latief belangrijke kostenfactor vormt. Een derde
factor is dat de management op zeer grote bedrijven
moeilijker wordt en daardoor een oorzaak van
afnemende meer-opbrengsten zal worden. De tech
nische en economische ontwikkeling noopt dus tot
een drastische verhoging van de hoeveelheid grond
en andere kapitaalgoederen per arbeidskracht, maar
een ongelimiteerde uitbreiding van de grond per be
drijf zal geen veel hogere netto-opbrengst per een
heid grond tot gevolg hebben. De produktie op grote
schaal biedt geen uitgesproken kosten voor- en
nadelen ten opzichte van de traditionele kleine
produktie-eenheden. Dat het gezinsbedrijf de gang
bare ondernemingsvorm is, moet dan ook uit andere
dan produktietechnische factoren worden bepaald.
eigen arbeid en eigen vermogen geven concurren
tiekracht
De reden daarvoor is gelegen in het feit, dat op
het gezinsbedrijf de aanwending van arbeid en ka
pitaal aan principieel andere normen wordt onder
worpen dan in andere soorten ondernemingen. Bui
ten het gezinsbedrijf breidt men de produktie uit
tot de marginale kosten gelijk zijn aan de marginale
opbrengsten.
In het gezinsbedrijf is de ondernemer tevens le
verancier van arbeid en vermogen. Hij gaat door
met de aanwending ervan, indien de totale beloning
van beide produktiefactoren tezamen boven een
door hem zelf te bepalen criterium uitkomt. Dit
criterium zal vaak onder de normale marktprijs lig
gen. Hierbij zal veelal de preferentie voor het beroep
van zelfstandig landbouwer van invloed zijn. Ken
merkend voor het gezinshoofd is dus dat de aan
wending van arbeid en kapitaal in belangrijke mate
is gekoppeld aan de persoon van het bedrijfshoofd
en derhalve aan diens subjectieve waardering van
de materiële en in-materiële beloning, die hij in totaal
ontvangt voor zijn functies van financier, bedrijfs
leider en handarbeider in de landbouwonderneming.
Tegenover het gezinsbedrijf staan de grote onder
nemingen, die arbeid en kapitaal moeten belonen
overeenkomstig hun marktprijs, in een zwakke con
currentiepositie. De voorgaande beschouwingen
leiden tot de conclusie dat de levensvatbaarheid
van het agrarische gezinsbedrijf geen bewijs is dat
dit instituut ook de meest doelmatige organisatie
van de landbouwproduktie waarborgt.
afnemende concurrentiekracht
Het tempo van de technische ontwikkeling in de
landbouw is vermoedelijk niet onafhankelijk van de
wijze waarop de produktie is georganiseerd. Als
gevolg van de snelle technische vooruitgang in de
afgelopen decennia is het aanbod sneller gegroeid
240