de twaalf gewesten verslag 1966 In een fris, prettig opgemaakt jaarverslag heeft De Twaalf Gewesten voor het eerst een geconso lideerde balans en een geconsolideerde verlies- en winstrekening gegeven van de beide onder deze naam geïntegreerde maatschappijen, nl. de Onder linge en de N.V. Brand- en Variaverzekeringsmaat- schappij De Twaalf Gewesten. Het stemt tot voldoening, dat in dit eerste geza menlijke verslag reeds melding kan worden ge maakt van aanzienlijk verbeterde resultaten. Tegen over het geconsolideerde verlies ad 70.189,84 over 1965 laat 1966 een winstsaldo zien van 227.932,07! Na een reeks verliesgevende jaren is in 1966 duidelijk een wending ten goede gekomen. Het winstsaldo is geheel aan de algemene re serve toegevoegd, die daarmede gestegen is tot 239.388,28. Het eigen vermogen nam in het boek jaar 1966 toe van 921.800,— tot 1.234.200,—, terwijl het totaal van de garantiemiddelen en de technische reserves een wel zeer aanzienlijke toe neming vertoonden, nl. met 1.437.700,tot 4.580.100,—. Het verslagjaar heeft voor De Twaalf Gewesten voor een belangrijk gedeelte in het teken gestaan van de interne reorganisatie en van maatregelen tot verbetering van de financiële en organisatorische structuur. Zowel het één als het ander is in begin sel voltooid, waarbij wij thans tevens denken aan de oprichting van de N.V. Gemeenschappelijk Be lang De Twaalf Gewesten, waartoe de jongste Al gemene Vergadering van de Centrale Bank heeft besloten. Deze oprichting heeft in juni jl. plaats gevonden. In het verslag van De Twaalf Gewesten wordt er op gewezen, dat er, naast het bereiken van de ge wenste reorganisatie, in 1966 ook reeds verheu gende tekenen van verdere ontplooiing en van de mogelijkheden daartoe te constateren zijn geweest. Het werkelijke premie-accres steeg met 770.000,-, d.w.z. met 13%. De geboekte brutopremie bedroeg 6.489.000,De Twaalf Gewesten acht dit een alleszins bevredigende groei en ontwikkeling, vooral gezien het feit, dat het jaar 1966 noodzake lijkerwijs gestaan heeft in het teken van consoli datie van de plaats gehad hebbende ingrijpende reorganisaties. Het schadeverloop geeft, zoals meestal bij ver zekeraars, tot gemengde gevoelens aanleiding. Uit gedrukt in procenten van de verdiende brutopre mie daalde de schade echter van 63,1 tot 58,3 hetgeen in vergelijking met het vorige jaar tot tevredenheid stemt. Het kostenpercentage bleef bijna onveranderd, nl. 14,2% van de verdiende brutopremie tegenover 13,9% in 1965. Dit resultaat werd bereikt ondanks het feit, dat de aanzienlijke aanloopkosten, ver band houdende met de reorganisatie, geheel wer den afgeschreven. Wij wensen De Twaalf Gewesten gaarne geluk met hetgeen in 1966 tot stand is gebracht. Spe ciaal de directeur en zijn medewerkers moge het terecht een gevoel van voldoening geven, dat de eerste resultaten van hun energieke aanpak zicht baar zijn geworden. Ook de reeds zeer omvangrijke groep van ban ken, die verzekeringen bij De Twaalf Gewesten pleegt onder te brengen, zal van dit eerste gecon solideerde verslag met belangstelling hebben ken nisgenomen. Vooral in het eerste halfjaar van 1967 is het contact tussen deze banken en De Twaalf Gewesten intensiever geworden; wij vertrouwen, dat dit contact niet alleen tot tevredenheid stemt, maar ook een teken is van de verdere uitbouw, die De Twaalf Gewesten tegemoet gaat. Het bestuur van De Twaalf Gewesten stelt in het jaarverslag, dat de maatschappij thans met ver nieuwde kracht gereed staat haar toekomstige ta ken en mogelijkheden te verwezenlijken. Gaarne onderschrijven wij dit vertrouwen in de toekomst en wij wensen bestuur, directie en personeel van De Twaalf Gewesten in dit opzicht succes toe. 235

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 29