plichting deze deviezen op korte termijn weer te
rug te kopen. Tijdelijk verhogen de dollarbedragen,
die de Nederlandsche Bank dientengevolge uit
hoofde van zulke swaptransacties aanhoudt, de of
ficiële deviezenreserves, hoewel men hierbij feite
lijk slechts met een „stuivertjewisselen" te doen
heeft.
De Nederlandsche Bank heeft deze swapfacili
teit nu pas weer in verband met de krappe geld
markt opengesteld, waardoor de banken hun mid
delen tijdelijk konden verruimen, zonder dat daar
toe een beroep behoefde te worden gedaan op de
dure voorschotten van de Nederlandsche Bank,
waarover een half procent meer rente dan het offi
ciële disconto, derhalve 5 op jaarbasis moet
worden betaald.
Zoals men weet, hebben de banken in de afge
lopen maanden herhaaldelijk, behalve door dollar
swap-transacties, ook op diverse andere wijzen een
zwaar beroep op de kredietfaciliteiten van de Ne
derlandsche Bank gedaan. De voorschotten in re
kening-courant bereikten op 8 mei jl. de hoogste
stand van dit jaar met een totaal van 583 mil
joen, doch waren blijkens de weekstaat der Neder
landsche Bank van 19 juni jl. tot slechts 48 mil
joen teruggelopen. De banken verruimden verder
hun middelen door het verdisconteren van op korte
termijn aflopend papier, en, zoals hierboven reeds
bleek, door het opvragen van uitzettingen in het
buitenland. De banken doen dit laatste ongaarne
daar de Nederlandsche Bank tegenwoordig de
banken niet toestaat meer middelen uit het buiten
land aan te trekken dan aldaar door hen zijn uitge
zet. In dit licht moet men het ook zien, dat de da
ling van de buitenlandse uitzettingen der banken
in het eerste kwartaal met 487 miljoen gepaard
is gegaan met een inkrimping van de schulden aan
het buitenland met 286 miljoen.
middelen uit het buitenland
Het is in elk geval duidelijk, dat de banken hun
positie in het binnenland versterkten door de bui
tenlandse saldi naar het vaderland over te hevelen.
Maar niet alleen het streven tot verbetering van de
binnenlandse liquiditeitspositie speelt daarbij een
rol. De voorkeur voor het aanhouden van middelen
in het buitenland dan wel in het eigen land zal im
mers in hoge mate afhangen van de vraag, waar
de hoogste rentevergoeding, het hoogste rende
ment derhalve, kan worden verkregen. En nu valt
het in dit verband sterk op, dat het bedrag aan uit
staand schatkistpapier sedert het einde van 1966
is gestegen van 4251 miljoen tot 5025 miljoen
per 23 mei, waarna ten gevolge van aflossingen
het totaal per 19 juni tot f 4861 miljoen was terug
gelopen.
Het is zeker geen toeval dat het bedrag aan de
kortlopende schatkistpromessen (looptijd ten hoog
ste een jaar) verminderde van 1239 tot 1123
miljoen, terwijl daartegenover het bedrag aan uit
staande schatkistbiljetten (langer dan een looptijd
van een jaar) steeg van f 3012 miljoen einde 1966
tot f 3763 miljoen per 29 mei en 3738 miljoen
per 19 juni jl. Het betreft hier derhalve schatkist
biljetten met looptijden van 2, 3 en 5 jaren, met
een rentevoet van resp. 5%. 55/i6 en 59/ió
Het is duidelijk dat de grote animo voor de schat
kistbiljetten berust op de aantrekkelijke rente die
de banken daarop maken en die vooral ook het
terugtrekken van middelen uit het buitenland ver
klaart.
kredietbeperking opgeschort
Inmiddels heeft de Nederlandsche Bank nu ook
formeel de regeling inzake de kredietbeperking
voor de korte kredietverlening aan de particuliere
sector van het bankwezen opgeheven. In feite was
dat reeds sinds 17 maart 1967 het geval, toen, on
der handhaving van de formele restrictieregeling,
de verplichting tot het aanhouden van een z.g.
„strafdeposito" tegenover de overschrijding van
het kredietplafond was afgeschaft. Tot die ophef
fing kon gemakkelijk worden overgegaan daar de
kredietvraag van de zijde van het bedrijfsleven zo
wel ten gevolge van de conjunctuurontwikkeling als
door de hoge rentestand geleidelijk is afgenomen.
Ook de beperkingen inzake het z.g. „lange" kre-
dietbedrijf (in het kader waarvan de z.g. „lange"
activa niet meer mochten toenemen dan de „lange"
passiva) zijn thans door de Nederlandsche Bank
ingetrokken.
232