spaarresultaten bij de verschillende spaarinstellingen Bedragen x f 1 miljoen mei Spaarverschil Spaartegoed 31 mei Inlagen Terug betalingen mei juni jan. t/m mei bedrag 1967 Raiffeisenbanken Utrecht Boerenleenbanken Eindhoven Rijkspostspaarbank Algemene spaarbanken Handelsbanken en overige Totaal 257.8 202,9 194.9 161,5 141,5 113,2 404,8 336,0 54,9 +122,8 33,4 +110,0 28,3 19,0 57,7 68,8 +219,1 5.483,3 3.571,9 4.548,8 5.936,1 1966 Raiffeisenbanken Utrecht Boerenleenbanken Eindhoven Rijkspostspaarbank Algemene spaarbanken Handelsbanken en overige 231,7 206,1 174,5 155,1 133,3 109,6 372,9 298,6 25,6 33,8 66,2 19,4 +21,8 56,9 23,7 11,7 55,7 74,3 27,6 +239,3 43,4 68,5 +209,6 4.901.5 23,7 3.168,9 15,3 4.264,8 20,6 5.360,2 26,0 2.969.6 14,4 Totaal 186,4 +163,4 +627,7 20.665,0 100,0 kanttekeningen bij de cijfers In de afgelopen maand mei zijn de toevertrouwde middelen met 83,9 miljoen toegenomen. Het spaaroverschot bedroeg 54,9 miljoen en de cre- ditsaldi in rekening-courant ondergingen een ver meerdering van 29,0 miljoen. De groei, zowel van de spaargelden als van de creditsaldi in rekening-courant, lag 58% hoger dan de gemiddelde groei in de voorafgaande vier jaar. Vooral de stedelijke banken boekten hogere spaar overschotten. De uitzettingen stegen met 32,0 miljoen, het geen 6,0 miljoen meer is dan de toeneming in mei vorig jaar. Niet alleen bij de Utrechtse organisatie werd in mei een hoger spaaroverschot geboekt dan vorig jaar, ook bij Eindhoven en de R.P.S. was dit het geval. Alleen de algemene spaarbanken bleven onder het niveau van vorig jaar. Gedurende de eerste vijf maanden van dit jaar werden zowel door Utrecht als door Eindhoven on geveer tweemaal zo hoge spaaroverschotten ge boekt als vorig jaar. Ook bij de R.P.S. lag het spaaroverschot in deze periode boven het niveau van het vorig jaar. 227

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1967 | | pagina 21